CZW20120136 - page 23

21
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
METHODISCH BEGELEIDEN BIJ ONTWIKKELING EN OPVOEDING
voldoende
goed
onvoldoende
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifieke mentale
vermogens aanwenden
–– vakspecifieke fysieke
kwaliteiten tonen
T
Dit betekent dat:
• je agressie herkent bij het kind/de jongere
• je een inschatting kunt maken van de risico’s
zodat:
• je tijdig actie onderneemt om te voorkomen dat de situatie
escaleert
• je zo nodig fysieke kracht toont, zodat je adequaat op
agressie reageert.
U Omgaan met
verandering en
aanpassen
–– met diversiteit (tussen
mensen) omgaan
T
Dit betekent dat:
• je respect toont voor de verschillende achtergronden van
kinderen/jongeren (en ouders/vervangende opvoeders)
• je in staat bent om vragen of problemen vanuit diverse
gezichtpunten te bekijken
zodat:
• je aantoont dat je de eigenheid van het kind/de jongere (en
ouders/vervangende opvoeders) respecteert.
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
B.
De persoonsbeschrijving van twee kinderen/jongeren.
1.1
N - R
C.
Twee observatieverslagen.
1.1
N
D.
Plan van aanpak van twee kinderen met daarbij:
–– de agenda en het verslag van het gesprek met de
ouders/vervangende opvoeders.
1.3
2.1
E - J
E - U
–– de feedback van je collega met betrekking tot het
plan van aanpak en het gesprek.
1.3
2.1
E - J
E - U
E.
Feedback van een collega en zo mogelijk een kind/
jongere over jouw begeleiding bij het onderkennen en
reguleren van de agressie van dit kind/deze jongere.
2.1
B - C - D - K
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur
In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
ja
nee
1...,13,14,15,16,17,18,19,20,21,22 24,25,26
Powered by FlippingBook