CZW20120136 - page 16

14
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
GESPECIALISEERD PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 KINDEROPVANG - PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 2
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 1.3 Maakt een plan van aanpak
C Begeleiden
–– adviseren
P
Dit betekent dat:
• je ouders/vervangende opvoeders informatie en advies over
aanvullende of alternatieve zorg- of dienstverlening geeft
zodat:
• jou duidelijk is welke ondersteuning bij de opvang wordt
ingeschakeld
• jou duidelijk is waar de ouders/vervangende opvoeders voor
extra ondersteuning terecht kunnen.
E Samenwerken en
overleggen
–– afstemmen
P
Dit betekent dat:
• je de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties
bespreekt met het kind en ouders/vervangende opvoeders
zodat:
• zij weten wat ze kunnen verwachten als het plan van aanpak
wordt uitgevoerd.
J Formuleren en
rapporteren
–– nauwkeurig en volledig
rapporteren
P
Dit betekent dat:
• je een nauwkeurig en volledig plan van aanpak opstelt
zodat:
• je het kind en de ouders precies laat weten welke aanpak
gehanteerd wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd.
M Analyseren
–– conclusies trekken
P
Dit betekent dat:
• je conclusies trekt uit de beschikbare informatie en
verschillende alternatieven bekijkt met hun consequenties
zodat:
• de dienstverlening die in het plan van aanpak is opgenomen
op het kind is toegesneden en daadwerkelijk kan worden
geboden.
Werkproces 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang
B Aansturen
–– uitoefenen van gezag
P
Dit betekent dat:
• je overwicht toont bij het handhaven van afspraken en regels
zodat:
• het voor het kind en de groep duidelijk is welke grenzen er
zijn en dat deze niet overschreden mogen worden.
C Begeleiden
–– coachen
P
Dit betekent dat:
• je het kind heldere, eerlijke en constructieve feedback geeft
• je het kind stimuleert om alternatieven uit te proberen
zodat:
• het functioneren van het kind wordt versterkt.
1...,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15 17,18,19,20,21,22,23,24,25,...26
Powered by FlippingBook