- 61 -
p
g
)
)
)
)
Aansturen
1)
x*
2)
x* x*
3)
x
x
4)
Formuleren en rapporteren
x
1)
x
2)
x
3)
x
x
4)
Instructies en procedures opvolgen
x
1)
2)
x
3)
x
x
4)
Op behoeften en verwachtingen van de klant richten
1)
x
2)
3)
x
x
4)
Kwaliteit leveren
x
1)
2)
x
3)
x
x
4)
Materialen en middelen inzetten
1)
2)
x
3)
x
x
4)
Vakdeskundigheid toepassen
1)
x
2)
x
3)
x
x
4)
Beoordelen met:
A = Aangetoond competent gedrag
G = Goed aangetoond competent gedrag
D = Deels/niet aangetoond competent gedrag
4.2 Optimaliseren van producten
en systemen
1), 2), 3),4) Tijdens de BPV 1, 2, 3 en 4 uitsluitend de competenties beoordelen die bij de werkprocessen horen waaraan daadwerkelijk is gewerkt.
x : Geeft aan welke competenties in de betreffende projectwijzer worden geadviseerd te beoordelen.
x* : Geeft een competentie aan waarop vooral de projectgroepleider van deze periode wordt beoordeeld.
4. Onderhoudt
producten en
systemen
4.1 Inspecteren en testen van
producten en systemen