Previous Page  13 / 16 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 16 Next Page
Page Background

13

Competenties

- componenten

Kwalificerend

Prestatie-indicatoren

aangetoond

niet aangetoond

REGIE VOEREN IN HET VERPLEEGHUIS, VERZORGINGSHUIS OF DE THUISZORG

M Analyseren

–– informatie uiteenrafelen

–– conclusies trekken

–– oplossingen voor

problemen bedenken

T

Dit betekent dat:

• je uit de evaluatiegegevens de belangrijkste informatie haalt met

betrekking tot de resultaten van de zorgverlening en de behaalde

verpleegdoelen

• je logische conclusies trekt

• je manieren vindt om problemen op te lossen

zodat:

• je het zorgleefplan zo nodig op een verantwoorde manier bijstelt

• je de kwaliteit van de zorgverlening verbetert

• je de zorgverlening goed afrondt of afsluit.

Werkproces 2.3 Geeft werkbegeleiding

C Begeleiden

–– anderen ontwikkelen

P

Dit betekent dat:

• je een leer-en werkomgeving creëert die studenten en stagiairs

stimuleert zich te ontwikkelen

• je hen stimuleert zich te ontwikkelen

• je hen stimuleert de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen

zodat:

• zij zich optimaal kunnen ontwikkelen als een deskundig

beroepsbeoefenaar.

Bewijsstukken Kwalificerend

A.

De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

B.

Evaluatiegegevens en een sterkte/zwakte analyse van je

coördinatorschap.

1.8

B - E - Q

C.

Agenda en procesverslag van het overleg.

1.9

D - J - M

D.

Het begeleidingsplan met bijstellingen.

2.3

C

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

Cesuur

De competentieontwikkeling binnen de werkprocessen is op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.