CZW20120215 - page 14

12
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
ONDERWIJSASSISTENT - Fase 3
voldoende
goed
onvoldoende
T Instructies en
procedures opvolgen
–– instructies opvolgen
–– werken conform
voorgeschreven procedures
R
Dit betekent dat:
• je observeert volgens de door de leraar/het team gegeven
instructies
zodat:
• je werkt volgens de binnen de school geldende protocollen
en procedures.
Werkproces 1.4 Begeleidt de leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen
C Begeleiden
–– coachen
–– motiveren
–– anderen ontwikkelen
T
Dit betekent dat:
• je de leerlingen stimuleert om kritisch naar zichzelf te kijken
• je de leerlingen aanzet om zelf naar mogelijke oplossingen
te zoeken
• je de leerlingen motiveert om hun best te doen
• je de leerlingen helpt hun doelen te bereiken en uitdagingen
aan te gaan
zodat:
• je gerichte ondersteuning biedt bij het leren van leerlingen
met gedragsproblemen.
D Aandacht en begrip
tonen
–– interesse tonen
–– luisteren
–– inleven in andermans
gevoelens
–– anderen steunen
P
Dit betekent dat:
• je betrokkenheid toont bij de leervragen van leerlingen
• je luistert naar leerlingen door te spiegelen en door te
vragen
• je aandacht geeft aan de zorgvraag die door de leerlingen
wordt geuit
zodat:
• je de gewenste en mogelijke ondersteuning biedt waarmee je
als onderwijsassistent een bijdrage levert aan de begeleiding
van leerlingen met gedragsproblemen.
F Ethisch en integer
handelen
–– ethisch handelen
–– integer handelen
–– verschillen tussen mensen
accepteren
p
Dit betekent dat:
• je consequent handelt binnen de afgesproken lijn in de
school/in de klas/met betrekking tot de leerling
• je je houdt aan de geldende normen en waarden en aan de
gemaakte afspraken over de individuele begeleiding van
leerling(en) met gedragsproblemen
zodat:
• je je aan de leerlingen toont als betrouwbaar persoon
• je handelt vanuit het principe van gelijkheid in het
onderwijs.
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifieke mentale
vermogens aanwenden
p
Dit betekent dat:
• je snel schakelt tussen de verschillende leerlingen en van de
individuele leerling naar de groep
zodat:
• je je richt op voortgang van de leeractiviteiten.
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15,16,17,18
Powered by FlippingBook