Table of Contents Table of Contents
Previous Page  16 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 16 / 290 Next Page
Page Background

16

|

D-pupillen De zaterdagwedstrijd

Volwassenen

Clubvoetbal is van oorsprong iets van volwassenen. Inmiddels is de

jeugdafdeling meestal groter dan de seniorenafdeling, maar het traditionele

verenigingsbelang telt nog altijd. Identiteit, rivaliteit, kampioenschap,

promoveren, wedstrijden koste wat kost winnen – als het moet tegen­

standers ‘doormidden’ schoppen en daarna een kaartje leggen – al die

zaken wegen voor volwassenen zwaar.

Waarden, die sommige coaches ook hanteren voor de jeugd. Toch is de

jeugdspeler geen kleine volwassene. Die komt niet alleen om te winnen. Hij

komt om te bewegen, te proberen, te lachen. Hij komt naar een club om

met plezier beter te worden in voetballen.

‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’, staat in menig clubstatuut. De

jeugd als bezit. Waarmee andere doelen kunnen worden nagestreefd dan

die van de jeugd zelf. Willen we kampioen worden? Dan zullen we moeten

selecteren, doorselecteren. En elke week moeten we spelen in de aller­

sterkste opstelling. Wil onze linksachter ook weleens linksvoor spelen en

doelpunten maken? Helaas. En als-ie klaagt, begint-ie als reserve.

Of je nu een pupillenteam begeleidt, traint of coacht – je mag nooit mag

vergeten dat het om het plezier en de ontwikkeling van een kind gaat. Pas

daarna om het team, de club. Je moet rekening houden met leeftijd,

aanleg, emotionele ontwikkeling, interesse, motieven, ambities en andere

omstandigheden van elk van de dertien, veertien spelers in jouw D-pupillen­

elftal. Het is niet in het belang van een kind als je het voorgoed vastprikt op

de positie van linksachter.

Maar zelf heb jij ook je redenen om dit vrijwilligerswerk te doen.

Wat verwacht jíj van je meiden of jongens? Mág je iets verwachten?