Table of Contents Table of Contents
Previous Page  19 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 19 / 290 Next Page
Page Background

D-pupillen

|

19

Spelend kind

Vergeleken met andere landen kent Nederland een ongekend hoge dichtheid

amateurclubs: maar liefst 2500. Mede dankzij het vlakke land – waarop het

gemakkelijk velden aanleggen is – kent vrijwel elk gat een voetbalvereniging.

Hun leden zijn allemaal lid van de KNVB, die elk seizoen in zes districten

jeugdcompetities organiseert.

De helft van de 1,2 miljoen KNVB-leden zijn jongeren. Ruim honderd­

duizend jongens én meisjes zijn D-pupil, in de leeftijd van elf tot dertien. Na

de F-jes en E-tjes is dit de grootste leeftijdsgroep onder jonge voetballers.

In totaal zijn meer dan honderdduizend meisjes en vrouwen lid. Daarvan zijn

er vijftienduizend D-pupil.

Tienduizenden trainer-coaches en begeleiders zijn, net als Paul, elke

zaterdagochtend op weg naar hun spelers. Sommige zijn in het bezit van

het certificaat pupillentrainer. Ooit knikten ze, in een opwelling, toen iemand

ze vroeg het team van hun kind te begeleiden.

Ze doen het voor de lol, staan niet al te lang stil bij de grote invloed die ze

hebben op kinderen in hun voetbalbeleving. Toch wordt de plaats die sport

in het leven van een kind krijgt voor een belangrijk deel door deze vrij­

willigers bepaald. Zeven op de tien voetballers in de juniorenleeftijd stopt

met voetbal. Puberteit, verkering, andere hobby’s – of omdat het plezier in

voetbal hun is vergaan?

Elke dag op het veld leren D-pupillen dingen die horen bij een volwassen,

sportieve houding. Maar ze zijn nog geen volwassene. Een volwassene is

iemand die zelfstandig taken vervult en daarvoor verantwoordelijkheid

neemt. Een volwassen voetballer relativeert winst en verlies, accepteert

leiding, kan omgaan met regels, medespelers en tegenstanders. Op weg

naar die staat ontwikkelt ieder kind zich op zijn eigen snelheid.