244 / 290
244
|
D-pupillen De zaterdagwedstrijd
Voetbalhandelingen
Techniek, tactiek, fysiek, mentaliteit – bij het lezen van de wedstrijd denken
sommige coaches graag in deze termen. Dit zijn abstracte termen waar in
de praktijk iedereen iets anders onder verstaat. Het is beter te denken in
teamfuncties (aanvallen, omschakelen en verdedigen), teamtaken (op
bouwen, scoren, storen en doelpunten voorkomen) én de individuele
voetbalhandelingen daarbinnen. Dit zijn concrete zaken die goed te
benoemen zijn en die tot weinig misverstand zullen leiden.
Zeg niet: ‘We zijn slap begonnen.’
Zeg: ‘In het begin van de wedstrijd stonden onze middenvelders in het
verdedigen te ver van hun directe tegenstander.’
Kom je bij het lezen van de wedstrijd tot de conclusie dat bepaalde zaken
beter kunnen? Stel jezelf dan de volgende vragen. Waarom lukt het voorals
nog niet? Wat kunnen de spelers aan de bal beter doen? Wat kunnen de
spelers zonder de bal beter doen? Wat is de rol van de tegenpartij? Bij elke
handeling die je ziet – tijdens het aanvallen én verdedigen – kun je jezelf
steeds dezelfde vier vragen stellen.
‘Kiest de speler de juiste positie?’
‘Wordt het juiste moment herkend?’
‘Heeft de actie de juiste snelheid?’
‘Heeft de actie de juiste richting?’
Met andere woorden: vraag jezelf bij alles wat je ziet af wat, waar, wanneer
én hoe de actie wordt uitgevoerd. Door met deze bril naar je spelers te
kijken, voorkom je dat je hun handelingen alleen maar op schoonheid
beoordeelt. Iets is al snel ‘mooi gedaan’ of ‘nuttig’. Om je spelers werkelijk
beter te leren voetballen, helpt deze analyse met het vinden van de ware,
precieze verbeterpunten.