242 / 290
242
|
D-pupillen De zaterdagwedstrijd
Pauls blik strijkt langs de gezichten van vijftien spelers op een rij. Natuur-
lijk doen ze allemaal hun best, ieder op zijn manier. Het is vandaag ge-
woon hun dag niet, is zijn verklaring. Bovendien lijkt Wanders hoofd, zijn
sterke man achterin, al bij zijn verjaardagspartijtje vanmiddag. Zal hij ze
één voor één wat aandacht en persoonlijke tips geven? Misschien helpt
dat? Links vooraan zit Tigo.
KNVB-tip: overspoel ze niet in de rust
Klassieke valkuilen tijdens het rustpraatje zijn:
1 niet vragen maar zelf praten;
2 wel vragen maar niet naar de antwoorden luisteren of
zelf het antwoord al geven;
3 wel vragen, maar niet tot de kern komen.
Het is verleidelijk spelers snel iets bij te brengen door ze met
hun ‘fouten’ te overspoelen. Paul houdt zich goed in, hoewel
hij toch enkele spelers bij naam noemt. Het heeft weinig zin,
D-pupillen weten wel van zichzelf hoe ze presteren. Noem
hoe dan ook nooit namen van spelers in kritische zin, en
zeker niet die van spelers die in een half uur tijd maar vier
keer aan de bal zijn geweest. Verwijt ze niks, stimuleer ze
liever door na te denken over een vraag en met een idee te
komen. Formuleer tot slot rustig en concreet hoe enkele
dingen beter kunnen: (1) bij het verdedigen houden midden
velders druk op de bal, (2) de vleugelverdedigers en de
voorstopper staan tussen hun tegenstander en het doel,
(3) de laatste man geeft goede rugdekking.