Table of Contents Table of Contents
Previous Page  238 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 238 / 290 Next Page
Page Background

1 maken de ruimte klein;

2 zijn bij het verdedigen niet alleen verantwoordelijk

voor de directe tegenstander;

3 knijpen naar binnen, verdedigen ruimte op midden­

veld;

4 voorkomen de dieptepass, dwingen tot breedte­

pass;

5 laten zich niet uitspelen en winnen tijd zodat

medespelers kunnen herstellen;

6 nemen de gevaarlijkste tegenstander over

van uitgespeelde medespelers;

7 veroveren de bal;

8 voorkomen na balverlies een dieptepass,

houden druk op de bal, knijpen en worden

niet uitgespeeld;

9 kijken na verovering van de bal of ze direct

kunnen scoren of dat ze beter een medespeler

kunnen laten scoren, maken loopacties in de

diepte – breed of binnendoor – terwijl ze op

buitenspel letten. Ze waaieren uit, maken de

ruimte zo snel mogelijk groot;

10 kiezen positie en creëren ruimte;

11 lezen de opbouw, lopen vrij, bieden zich breed

en diep aan;

12 maken individuele acties en 12 combinaties;

13 geven voorzetten;

14 sluiten bij voorzetten van de andere

kant bij;

15 scoren doelpunten.

De vleugelsPitsen reCHts (7) en links (11)