Table of Contents Table of Contents
Previous Page  236 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 236 / 290 Next Page
Page Background

236

|

D-pupillen De zaterdagwedstrijd

3 x positief coachen in de rust

1 Rust is rust.

Laat de spelers op adem komen, overlaad

ze niet met al je bevindingen. Straal optimisme uit bij

tegenslag, gedrevenheid bij voorspoed. Stel vragen naar

wat er goed gaat, naar wat er beter kan en hoe het

anders kan. Toon interesse in hun antwoorden, ook al zijn

die soms niet ter zake of wat obligaat. Hou vol, het werpt

een keer zijn vruchten af;

2 Complimenten en tips.

Wees terughoudend met kritiek.

Als je het toch geeft, doe het dan altijd opbouwend, aan

het team als geheel, zonder individuele spelers als

negatief voorbeeld te noemen of te vergelijken. Een

D-pupil kan nog niet goed reageren op de boodschap

dat iets niet goed ging;

3 Simpele en concrete instructies.

Beperk je tot een

enkele belangrijke coachopmerkingen, de sleutel tot

verbetering. Loop met spelers die extra aandacht nodig

hebben apart mee op naar het veld, spreek ze niet aan

in de groep.

De voorhoede: rugnummers (7), (9) en (11)

Verdedigen.

Bij de opbouw van de tegenpartij zakken de drie aanvallers

terug tegen het middenveld aan. Halverwege de helft van de tegenpartij

maken ze met elkaar de ruimte klein en zetten druk vooruit. Ze kiezen

positie tussen de verdedigers van de tegenpartij en het eigen doel – ze zijn

verantwoordelijk voor het storen van de vier verdedigers. Ze voorkomen

een dieptepass of het inspelen van de middenvelders. Op het juiste

moment kiezen ze ervoor om het jagen op de bal in te zetten. Agressief,

maar met verstand. Ze geven rugdekking naar de kant van de bal toe. Ze

knijpen, nemen ruimte weg. Ze coachen elkaar.