![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0238.jpg)
236
|
D-pupillen De zaterdagwedstrijd
3 x positief coachen in de rust
1 Rust is rust.
Laat de spelers op adem komen, overlaad
ze niet met al je bevindingen. Straal optimisme uit bij
tegenslag, gedrevenheid bij voorspoed. Stel vragen naar
wat er goed gaat, naar wat er beter kan en hoe het
anders kan. Toon interesse in hun antwoorden, ook al zijn
die soms niet ter zake of wat obligaat. Hou vol, het werpt
een keer zijn vruchten af;
2 Complimenten en tips.
Wees terughoudend met kritiek.
Als je het toch geeft, doe het dan altijd opbouwend, aan
het team als geheel, zonder individuele spelers als
negatief voorbeeld te noemen of te vergelijken. Een
D-pupil kan nog niet goed reageren op de boodschap
dat iets niet goed ging;
3 Simpele en concrete instructies.
Beperk je tot een
enkele belangrijke coachopmerkingen, de sleutel tot
verbetering. Loop met spelers die extra aandacht nodig
hebben apart mee op naar het veld, spreek ze niet aan
in de groep.
De voorhoede: rugnummers (7), (9) en (11)
Verdedigen.
Bij de opbouw van de tegenpartij zakken de drie aanvallers
terug tegen het middenveld aan. Halverwege de helft van de tegenpartij
maken ze met elkaar de ruimte klein en zetten druk vooruit. Ze kiezen
positie tussen de verdedigers van de tegenpartij en het eigen doel – ze zijn
verantwoordelijk voor het storen van de vier verdedigers. Ze voorkomen
een dieptepass of het inspelen van de middenvelders. Op het juiste
moment kiezen ze ervoor om het jagen op de bal in te zetten. Agressief,
maar met verstand. Ze geven rugdekking naar de kant van de bal toe. Ze
knijpen, nemen ruimte weg. Ze coachen elkaar.