![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0279.png)
D-pupillen
|
277
‘Ja, maar ik hoor jóu daar helemaal niet over in de wedstrijd! Je houdt de
ballen wel tegen, maar ik wil jou meer horen. Opstaan, voetballen.’
‘Waar sta ik?’
‘Ik wil ruilen met jou!’
‘Dat wil ik niet!’
Ahmeds voorhoofd zit vol met snot. Altijd maar vragen spelers waar ze
staan. Daarover was hij toch duidelijk geweest? Of had hij er niets meer over
gezegd? Soms vraagt een speler het wel drie, vier keer. Steeds opnieuw. Hij
moet dat blijkbaar blijven uitleggen.
KNVB-tip: gebruik de rust om iets voor te doen
Zag je in de eerste helft veel ‘fouten’, dan is het verleidelijk
de spelers daarmee in de rust te overspoelen. Het heeft
geen zin, ze kennen die al lang. Maak ze geen verwijten.
Formuleer rustig en concreet. Betrek spelers bij de
bespreking door het stellen van vragen. Houd een goede
structuur aan in je verhaal.
Neem het verdedigen. Zeg eerst iets over het team.
‘We maken met zijn allen de ruimte goed klein.’ Zeg dan
iets over de linies. ‘Op het middenveld geven we te weinig
druk. Zo kan de tegenpartij de bal makkelijk achter onze
laatste linie spelen.’ Geef tot slot tips aan individuele
spelers. ‘Ayoub Sallam, als je tegenstander sneller is, kun
je het beste tussen hem en het doel staan en hem niet te
kort te dekken.’ Visualiseer dit. Rusten jullie uit op het veld,
gebruik dan bidons om de posities op het veld duidelijk te
maken. Doe met de betreffende speler vóór hoe hij de
tweede helft beter positie kan kiezen.