276 / 290
276
|
D-pupillen Intermezzo 3
‘Ik wil niemand horen!’
De elf D1-spelers lijken dit keer helemaal niet van plan iets van zich te
laten horen. Vermoeid storten ze zich op het stuk kale grond rond Ahmed.
Strompelend voegt Ibrahim zich als laatste bij de groep. In stilte drinken ze
limonade uit een kratje zelf meegebrachte bidons.
‘Souhail, doe jij nog mee? Ik zie jou niet.’
‘Ik wil ruilen met...’
‘Nee, niet ruilen. Ik regel dat. Hun nummer 10 is heel snel. Wat gaan we
daaraan doen? Mohammed Amin, niet naar de bal maar naar hém kijken.
Blijf bij die grote nummer 10. En Ayoub T.? Jij hebt dan wel gescoord, maar dat
is dan ook alles. Ik wil je meer zien. Ibra, ik weet dat het niet goed gaat met
je enkel. Rustig aan, komt goed. En jongens, ik wil echt dat iedereen op zijn
plek blijft staan. Souhail, je bent helemaal onzichtbaar. Jij...’
Ahmed valt even stil, haalt zijn verstopte neus vergeefs op. Hij heeft bijna
geen stem meer. Laat staan inspiratie voor een inspirerende wedstrijd
bespreking. Een teken voor Annass, die opstaat.
‘Blijf zitten, Annass!’
Zeker, deze rustbespreking kan positiever. Ahmed legt de nadruk op wat
er niet goed ging, in plaats van op wat er al wel goed gaat. En wat beter kan.
Maar deze spelers kún je nu eenmaal niet de hele tijd complimenten geven,
is zijn ervaring. Echt, na één compliment van zijn kant doen ze meteen een
overbodige schaar of een misplaatst hakballetje.
Hij toonde Annass toch een duim, toen hij goed teruglegde op Walid?
Maar Bilal dan? Krijgt hij weleens een complimentje? Tja, dat vindt Ahmed
lastig. Het zou wel moeten, beseft hij, maar hij moet ook nog het spel lezen,
overtredingen in de gaten houden, op de vlaggenist letten. Allemaal uit voor
zorg, om de wedstrijd niet uit de hand te laten lopen. Nog één keer zuigt hij
zijn longen vol lucht.
‘Jongens, ik wil een andere wedstrijd zien. Hoe gaan we dat doen?’
‘Meer naar voren?’ vraagt Bilal.
Ahmed heeft Bilal tijdens de eerste helft dertien keer vergeefs gemaand
achter te blijven. Hij zegt even niets.
‘Beter posities houden’, merkt keeper Soufiane op.