![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0086.png)
84
|
D-pupillen De zaterdagwedstrijd
Maar met alleen loftuitingen kom je er ook niet. Zeker niet als de inzet of
prestatie daar geen aanleiding toe geeft. Dat werkt juist contraproductief.
Kinderen voelen haarfijn aan of je het meent.
Vraag ze liever wat ze er zelf van vinden.
‘Wat moeten we doen om zometeen wel een doelpunt te maken?’
Is de moed ze echter in de schoenen gezonken en komt er geen zinnig
woord meer uit? Geef ze dan ondersteuning en een aanwijzing hoe het
anders kan. Hou het op enkele genereuze complimenten en beperk het
aantal tips voor de tweede helft. In divers gebruik van woord én beeld.
‘Blijf je mannetjes kort dekken, hou de ruimtes klein, maak het de tegen
stander zo moeilijk mogelijk. Dan komen jullie kansen vanzelf.’
Bedenk: als je ze duidelijk kunt maken dat ze nooit verliezers zijn als zij zich
maximaal inspannen, dan geef je ze iets onbetaalbaars dat hen ook in de
rest van hun leven helpt. Coaches met deze aanpak zijn vaak succesvoller
dan coaches die koste wat het kost willen scoren.
Sluit af met een oppepper.
‘Wat er ook gebeurt, jullie zijn mijn toppers. Als we de bal hebben
veroverd op het middenveld en we de spitsen meteen in de diepte aan
spelen, weet ik zeker dat wij kansen krijgen en gaan scoren. Ik weet dat
jullie het kunnen!’
Dat is alles. Als je aanvoelt dat één van je spelers erg onzeker is, loop met
hem even apart op naar het veld. Complimenteer hem met de dingen die hij
goed heeft gedaan en geef hem een enkele tip voor de tweede helft.
Schoot hij de bal zes keer over?
‘Goed vrij gelopen. En ik zag een paar prima individuele acties van jou.
Buig wanneer je schiet het lichaam wat meer over de bal.’