Table of Contents Table of Contents
Previous Page  79 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 79 / 290 Next Page
Page Background

D-pupillen

|

79

Bij balverovering – het omschakelen van verdedigen naar aanvallen – moeten

ze kijken of ze de tegenpartij kunnen verrassen en snel tot aanvallen kunnen

komen. De allereerste handelingen moeten dan heel doelgericht zijn.

Verdedigen

D-pupillen weten ook wat verdedigen is. Dat is net als aanvallen en

omschakelen iets dat je met zijn allen doet. Iedereen levert vanuit zijn basis­

taak op het veld een bijdrage aan het storen om kansen en doelpunten van

de tegenpartij te voorkomen. Niet iedereen houdt zich meer op in de

directe buurt van de bal – ook door weg te blijven kun je een rol in het

verdedigen vervullen. Zelfs een aanvaller of middenvelder aan de andere

kant van het veld blijft nuttig door alvast goed positie te kiezen ten opzichte

van medespelers en tegenspelers.

Bij de F-jes en E-tjes leerden D-pupillen al bij het aanvallen hoe ze het

handelen van tegenstander én medespeler beter kunnen schatten. Ook bij

het verdedigen stemmen ze nu steeds beter onderling hun voetbal­

handelingen af. De keeper kiest zijn positie ten opzichte van de laatste linie

voor hem bij het verdedigen van de ruimte tussen hem en die laatste linie.

Degenen die het dichtst in de buurt van de bal zijn, houden druk op de

balbezittende speler. Anderen dekken hun man kort (‘staan dichtbij’) en

houden de ruimte klein, in de lengte en de breedte van het speelveld, door

korte onderlinge afstanden. Spelers verder van de bal vandaan geven rug-

of ruimtedekking. Zo kunnen ze elkaar makkelijk helpen. En natuurlijk jagen

ze, blokken, koppen en maken ze tackles en slidings.