Table of Contents Table of Contents
Previous Page  78 / 290 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 78 / 290 Next Page
Page Background

78

|

D-pupillen De zaterdagwedstrijd

bij voorkeur de bal toch wel diep, maar als die mogelijkheid er niet is, zien

ze steeds beter in dat geduldig breedtespel of zelfs een balletje terug

goede voorwaarden kunnen zijn voor later, meer gevaarlijk dieptespel. Wat

iedereen ook doet, het gaat erom dat elke handeling vanuit de juiste

positie, op het juiste moment, in de juiste richting en met de juiste snelheid

wordt uitgevoerd.

Als nieuw ervaren D-pupillen wel dat elke eigen, aanvallende voetbal­

handeling – met of zonder bal – op dit grote veld veel meer gerelateerd is

aan hun rol als keeper, verdediger, middenvelder of aanvaller. Niet elke

speler doet meer van alles een beetje. Voortaan is elke handeling ‘taak­

specifiek’ geworden.

Een vrije verdediger merkt dat hij op veel momenten in de wedstrijd

rugdekking moet geven aan andere verdedigers én dieptepasses verstuurt

richting middenvelders of spitsen. Een centrumspits merkt dat hij plots

vaak met de rug naar het doel staat en in duels niet één maar twee tegen­

spelers tegenover zich vindt. Hij ontdekt dat het dan beter is een keer niet

te passeren en de bal af te spelen aan een vrijlopende medespeler. Zo

krijgen spelers steeds meer inzicht in hun taak en wat ze moeten

beheersen om deze taak goed uit te voeren. Help ze daarbij. Het

afstemmen van die taken onderling is nu nog iets minder van belang en

komt nadrukkelijk aan de orde vanaf de C-junioren.

Omschakelen

Bij een mislukte aanval was het D-pupillen al sinds de E-tjes duidelijk dat ze

in zo’n geval allemaal zo snel mogelijk weer moeten meedoen. Dit noem je

vanaf de D-pupillen ‘omschakelen’ van aanvallen naar verdedigen. Ze

moeten meteen weer betrokken zijn bij de nieuwe situatie en tussen de bal

en het eigen doel zien te komen. De dichtstbijzijnde speler moet op het

moment van het balverlies proberen de bal zien terug te veroveren – of als

dat niet gaat een dieptepass zien te voorkomen.