21
5 BEOORDELEN EN TERUGKIJKEN
5.1 Inleiding
Niet alleen het werken aan beroepstaken is belangrijk, maar ook het terugkijken.
Terugkijken is: evalueren hoe je alles hebt gedaan. Bij het terugkijken kijk je samen met je
begeleider wat goed ging en welke dingen minder goed gingen. Deze ga je verbeteren in de
volgende beroepstaak.
Om je toekomstige beroep goed te kunnen uitvoeren, ga je competenties ontwikkelen.
5.2 Beoordeling bij competentiegericht opleiden
Bij elke beroepstaak krijg je beoordelingen van diverse begeleiders en beoordelaars. Ze
gebruiken daarvoor verschillende beoordelingmethoden. Het doel van het beoordelen is
vast te stellen of je de competenties van de beroepstaak voldoende ontwikkelt.
5.3 Waarvoor krijg je een beoordeling?
Bij BGL (Beroepstaak Gestuurd Leren) volgen de begeleiders en beoordelaars jouw werk
terwijl je leert.
Zij beoordelen:
• het product (het resultaat van je beroepstaak)
• competent gedrag (jouw manier van werken, je houding en je motivatie)
• de uitvoering van kerntaken en werkprocessen
Hoe gaat de beoordeling dan?
Door het werken aan de beroepstaken ontwikkel jij je competenties. In bijlage 2 kun je lezen
welke competenties bij jouw opleiding horen.
Het product
Bij elke beroepstaak maak je beroepsproducten.
Voorbeelden van beroepsproducten zijn:
• een werkvoorbereiding
• een berekening
• een praktijkwerkstuk
• een brief
Deze beroepsproducten horen bij de kerntaken en werkprocessen van je opleiding.
Je zorgt tijdens het werken aan de beroepstaak ervoor dat de producten aan de gevraagde
eisen voldoen. Pas dan krijg je voor het product de beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’.
Wanneer alle producten van een stap de beoordeling ‘v’ (voldoende) of ‘g’ (goed) hebben,
krijg je een OK om door te gaan met de volgende stap van de beroepstaak.
Je laat competent gedrag zien als je de werkprocessen die bij je opleiding horen, op een actieve manier
uitvoert.