Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  22 / 90 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 22 / 90 Next Page
Page Background

BASISDOCUMENT BEROEPSTAAKGESTUURD LEREN

22

Observeren en beoordelen

Je begeleiders zullen je bij het werken aan een beroepstaak observeren. Ze kijken daarbij

vooral naar de manier waarop je werkt. Ze kijken of je competent gedrag laat zien. Ze kijken

ook of je genoeg kennis en vaardigheid bezit.

Alles wat je moet kennen en kunnen staat in 2 documenten:

• het kwalificatiedossier (KD) van je opleiding

• het document Leren, Loopbaan en Burgerschap (LLB-document)

Het kwalificatiedossier (KD) en het LLB-document zijn lijsten met de competenties die het

bedrijfsleven en de school aan het einde van de opleiding van jou verwachten. Deze vind je

in dit Basisdocument in bijlage 2 en 3.

De beoordelaars beoordelen je met een beoordelingsmonitor. Tijdens de uitvoering van je

beroepstaak kunnen ze opmerkingen in de monitor zetten. Ze noteren alleen de opvallende

dingen die je laat zien. Dat kunnen positieve of minder positieve dingen zijn. Als ze niets

bijzonders vermelden, heb je je competenties voldoende ontwikkeld.

5.4 Welke score kun je behalen?

De beoordelaars maken gebruik van de D-A-G-score.

De eindbeoordeling van elke beroepstaak gebeurt tijdens een beoordelingsmoment.

Bij stap 4 (Oplevering en evaluatie) bekijken de begeleiders en jijzelf de eventuele

verschillen in beoordeling. Op basis van de bewijsstukken stellen de beoordelaars de

definitieve score vast. Met deze uiteindelijke score wordt de monitor definitief. Jij kunt hem

als bewijsstuk opnemen in je portfolio. Tijdens het beoordelingsmoment kun je ook

verbeterpunten voor een volgende beroepstaak opstellen.

De beoordelaars stellen de kolom D-A-G en de opmerkingen vast met de volgende

gegevens:

• de kwaliteit van de producten en de feedback er op

• wat er tot dat moment in de monitor bij ‘opmerkingen’ staat

• de mening van begeleiders, docenten en/of praktijkopleider over jou

D Deels / niet aangetoond competent gedrag

Je werkt onvoldoende volgens de prestatie-indicator en/of je bent niet voldoende actief

en/of je zet te weinig kennis en vaardigheden in.

A Aangetoond competent gedrag

Je werkt volgens de prestatie-indicator.

Je bent actief en je zet de benodigde kennis en vaardigheden in.

G Goed aangetoond competent gedrag

Je werkt beter dan de prestatie-indicator vraagt en je bent proactief en je zet kennis en

vaardigheden bovengemiddeld in.