Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  38 / 90 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 38 / 90 Next Page
Page Background

BASISDOCUMENT BEROEPSTAAKGESTUURD LEREN

38

Leerlijn Nederlands

1e Beroepstaak

2e Beroepstaak

3e Beroepstaak

4e Beroepstaak

5e Beroepstaak

6e Beroepstaak

Uitleg Schema

a. Doel & Thema

1 Oriënteren

Bij de stap

Oriënteren kun je

aangeven wat het

doel en het thema is

van de

taalproducten die je

oplevert, zoals:

Het oriëntatie-

verslag

Het oriëntatie-

gesprek

Het informatie-

materiaal dat je

leest.

b. Zender-

Ontvanger

1 Oriënteren

Bij de stap

Oriënteren kun je

bepalen wie de

boodschap

overbrengt of

ontvangt.

Bij je taalproducten

kijk je of je:

Geschikte

informatiebronnen

gebruikt

Of jouw boodschap

geschikt is voor de

ontvanger.

c. Consequenties

1 Oriënteren

Bij de stap

Oriënteren laat je

zien dat je rekening

houdt met de

consequenties van

het communicatie-

middel dat je kiest.

Waarom gebruik je

juist dit

communicatie-

middel?

Wat zijn de

voordelen en

nadelen van je

keuze?

d. Medium

1 Oriënteren

Bij de stap

Oriënteren laat je

zien dat je de regels

en eigenschappen

van het

communicatie-

middel (medium)

kent.

Aan welke eisen

moet een

(oriëntatieverslag)

voldoen?

Welke eisen kun je

stellen aan

informatie-

materiaal?

e. Opbouw

1 Oriënteren

Bij de stap

Oriënteren laat je

zien dat je de

structuur en

opbouw van

gesproken en

geschreven teksten

kunt aangeven.

Welke structuur

heeft een

(oriëntatie)verslag;

-gesprek?

f. Ruis

1 Oriënteren

Bepalen welke

zaken storend zijn

in het overbrengen

van de boodschap.

Bepalen welke

kennis en

vaardigheden je

nodig hebt om

storingen te

voorkomen.

2 Invullen mini-POP 2 Invullen mini-POP 2 Invullen mini-POP 2 Invullen mini-POP 2 Invullen mini-POP 2 Invullen mini-POP

Bij het invullen van

je mini-POP kun je

doel en thema

schriftelijk en

mondeling

aangeven.Je gaat

werken met een

topische lijst: Wat?

Waar? Hoe?

Wanneer? enz.

Bij het invullen van

het mini-POP weet

je duidelijk aan te

geven voor wie je dit

maakt.

Bij het invullen van

het mini-POP kun je

de consequenties

voor je keuze van

communicatie-

middelen aangeven.

Je geeft ook aan

welke

consequenties je

nog niet overziet.

Bij het invullen van

je mini-POP geef je

aan welke

eigenschappen en

regels van

communicatie-

producten je verder

wilt leren kennen.

Bij het invullen van

je mini-POP geef je

de informatie

overzichtelijk en

gestructureerd

weer.

Je geeft ook aan

structuur-

kenmerken van

communicatie-

producten je verder

wilt leren kennen.

Aangeven welke

kennis je nog nodig

hebt om ruis in de

toekomst in je

communicatie-

producten te

voorkomen.

3 Voorbereiden

Bij alle talige

producten in deze

stap geef je het doel

en thema helder

weer.

3 Voorbereiden

Je houdt bij de

talige producten

rekening met de

ontvanger.

3 Voorbereiden

Je houdt rekening

met de

consequenties van

het communicatie-

middel bij de

voorbereiding.

3 Voorbereiden

Je laat zien dat je je

hebt voorbereid op

de eisen,

eigenschappen en

regels van het

communicatie-

middel.

3 Voorbereiden

Je laat zien dat je je

bij de

communicatie-

middelen hebt

voorbereid op de

structuur.

3 Voorbereiden

Aantonen dat je

rekening houdt met

storende elementen

die voor kunnen

komen bij je

communicatie-

producten.

4 Uitvoeren

Bij de uitvoering blijf

je thema en doel

vasthouden.

4 Uitvoeren

Je laat als zender

zien bij de

communicatie

rekening te houden

met de ontvanger.

4 Uitvoeren

Je laat zien dat je

rekening hebt

gehouden met de

consequenties van

het communicatie-

middel.

4 Uitvoeren

Je laat zien dat je

het communicatie-

medium goed hebt

toegepast.

4 Uitvoeren

Je kunt de structuur-

kenmerken goed

toepassen.

4 Uitvoeren

Zoveel mogelijk

storingen in de

communicatie zien

te voorkomen.