81
Niveauomschrijving Nederlands niveau B1
Subvaardigheden
Leesvaardigheid B1 Luistervaardigheid B1 Spreekvaardigheid B1 Gespreksvaardigheid B1 Schrijfvaardigheid B1
1. Aanwijzingen en
instructies lezen
Kan helder geschreven
veel voorkomende
instructies,
aanwijzingen en
gebruiksaanwijzingen
begrijpen zoals de
gebruiksaanwijzing
van een printer of dvd-
speler, instructies voor
het in elkaar zetten
van een kast,
aanwijzingen voor het
gebruik van
medicijnen in een
bijsluiter.
2. Correspondentie
lezen
Kan uit een helder
geschreven brief, fax
of e-mail met een
verzoek om informatie
halen welke
informatie in het
antwoord verwerkt
moet worden.
Kan correspondentie
over afspraken over
offertes, levertijden,
annuleringen
enzovoort controleren
op inhoud. Kan
persoonlijk getinte
correspondentie
voldoende begrijpen
om er adequaat op te
kunnen reageren.
3. Rapporten,
verslagen en artikelen
lezen
Begrijpt dagelijks
nieuws en korte
berichten uit de
plaatselijke krant of
uit het
personeelsblad.
1. Luisteren naar
aankondigingen en
instructies
Begrijpt details van
uitleg en instructies
over dagelijkse
werkzaamheden.
Begrijpt wat er gedaan
moet worden en in
welke volgorde.
Begrijpt uitleg bij
apparaten.
Begrijpt
aankondigingen op
radio en televisie.
2. Luisteren naar
gesprekken
Kan bij routinematige
bijeenkomsten over
vertrouwde
onderwerpen de lijn
van de discussie
volgen.
Begrijpt gesprekken
over zaken die met het
eigen werk of
opleiding te maken
hebben, zoals
discussies over de
juiste aanpak, overleg
tijdens vergaderingen.
3. Luisteren naar
colleges, presentaties,
lezingen, sprekers op
informatie-
bijeenkomsten
Kan een helder
gestructureerde
voordracht of
toespraak volgen over
vertrouwde
onderwerpen binnen
het eigen vakgebied.
1. Een monoloog
houden
Kan zonder omhaal
een beschrijving geven
van vertrouwde zaken
binnen zijn
interessegebied.
Kan gedetailleerd
verslag doen van
ervaringen, en
meningen en reacties
beschrijven.
Kan details vertellen
van onverwachte
gebeurtenissen, zoals
een ongeluk.
Kan een argument zo
goed opbouwen dat
het meestal
probleemloos kan
worden gevolgd.
Kan in grote lijnen
redenen en
verklaringen geven
voor meningen,
plannen en
handelingen.
Kan een kort verhaal
vertellen.
2. Een presentatie
geven
Kan een voorbereide
presentatie geven over
een vertrouwd
onderwerp binnen zijn
vak- of
interessegebied, die
helder genoeg is om
het grootste deel van
de tijd moeiteloos te
worden gevolgd en
waarin de
belangrijkste punten
met een redelijke
mate van
nauwkeurigheid
worden uitgelegd.
1. Informele gesprekken
voeren
Kan gesprekken op de
juiste manier beginnen,
gaande houden en
afsluiten. Kan gevoelens
van verrassing, geluk,
verdriet, belangstelling,
onverschilligheid
enzovoort, uitdrukken en
beantwoorden.
2. Vakgesprekken voeren
Kan korte,
beroepsgerelateerde
gesprekken voeren. Kan
aangeboden
gesprekstechnieken voor
beroepsgerelateerde
gesprekken ook
toepassen in andere
situaties dan die waarin
dit expliciet geoefend
wordt.
Kan langere
beroepsgerelateerde
gesprekken voeren
volgens een bepaald
protocol, mits hij daarvoor
een instructie of een
opdracht heeft gekregen.
Kan voldoende begrijpen
om een taak uit te voeren,
kan doeltreffende vragen
stellen, oplossingen
aandragen en
beargumenteerde
suggesties doen tijdens
de uitvoering van de taak.
Kan beschrijven hoe iets
gedaan moet worden, met
gedetailleerde
aanwijzingen. Kan
standaard
onderhandelings-,
klachten- of
verkoopgesprekken
voeren die zich voordoen
1. Corresponderen
Kan over allerlei
onderwerpen in het
dagelijks leven en
werk chatten, e-mails
of informele brieven
schrijven en
deelnemen aan fora.
Kan daarbij meningen
en gevoelens
uitdrukken.
Kan met behulp van
standaardformulering
en korte eenvoudige
zakelijke brieven
produceren.
2. Formulieren
invullen, berichten en
aantekeningen maken
Kan notities/berichten
schrijven en
aantekeningenmaken
binnen de dagelijkse
routine (privé,
opleiding, werk),
waarin eenvoudige
informatie van
onmiddellijke
relevantie voor
vrienden, mensen van
diensten, docenten,
collega’s en anderen
die in zijn dagelijks
leven een rol spelen,
overgebracht wordt en
waarbij de
belangrijkste punten
begrijpelijk
overkomen.
Kan de tekst voor een
korte, simpele
PowerPoint-
presentatie schrijven.
3. Verslagen,
werkstukken en
samenvattingen
maken