Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  118 / 127 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 118 / 127 Next Page
Page Background

118

KWALIFICEREND DOSSIER

Bijlage 4

Handreiking beoordelingsgesprek

Een beoordelingsgesprek is een gestructureerd gesprek over (een

deel van) je werkzaamheden behorend bij een werkproces. In

een gesprek leg je uit welke kennis en vaardigheden je wanneer

en op welke wijze hebt ingezet. Ook kun je aangeven waarom

je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Tegelijkertijd kan in het

beoordelingsgesprek worden vastgesteld of het beroepsproduct

authentiek is, en dus door jou zelf geproduceerd. Kortom: tijdens

een beoordelingsgesprek laat je zien dat jij je bewust bent van je

eigen competente handelen.

Een beoordelingsgesprek vindt plaats aan de hand van de STARRT-

methode. De criteria die in het gesprek aan de orde komen en

waar je in de beantwoording aan moet voldoen staan in de

beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6.

S

= situatie

De beoordelaar vraagt om een situatie in te brengen waarin je

genoemde competenties binnen het werkproces hebt getoond.

• Waar vond de situatie plaats?

• Wanneer vond de situatie plaats?

• Wie waren erbij betrokken?

T

= taak

De beoordelaar vraagt naar jouw taak.

• Wat was je doel?

• Wat was je verantwoordelijkheid?

A

= activiteiten

De beoordelaar vraagt naar je concrete activiteiten.

• Welke prioriteiten zijn gesteld en waarom?

• Wat heb jij precies gedaan?

• Wat hebben anderen gedaan?

• Welke kennis, houding en inzichten heb je toegepast?

R

= resultaat

De beoordelaar vraagt naar concrete resultaten van jouw

activiteiten.

• Voldoen de resultaten aan de gestelde normen?

• Waaruit blijkt (gerelateerd aan de prestatie-indicatoren) dat

je tijdens je handelen bovengenoemde competentie(s) hebt

getoond?

R

= reflectie