110
|
E-pupillen De maandagavondtraining
Hoe kun je dat het beste doen? Door tijdens oefenvormen regelmatig hard op je
fluitje te blazen, het spel te stoppen en te vertellen wat er fout ging?
Neem het gebruik van de fluit. Beperk dit tot het minimum. Kun je de groep met de
stem bereiken, doe dat dan. Bij toernooitjes op de training of een groot oefencircuit –
met veel rumoer bij het wisselen van tegenstander of veld – komt een fluitje wel goed
van pas. Laat het verder achterwege.
Leg een vorm alleen stil voor aandachtspunten die centraal staan. Dat kan de
specifieke doelstelling van de vorm zijn (beter opbouwen en kansen benutten door
samenspel in een situatie van overtal). Maar ook een algemene wenk die altijd geldt
(veld groot houden bij opbouwen).
Spring niet van de hak op de tak, begin niet over allerlei andere zaken. Concentreer
je op aandachtspunten die de spelers al kennen, bijvoorbeeld uit de wedstrijd
bespreking van zaterdag.
Als jouw aanwijzing betrekking heeft op het team, dan is het verstandig een situatieve
stop in te lassen. Als slechts één individuele speler moeite heeft met aannemen of
passen, kun je hem ook helpen – anderen leren daar van. Dit kan begeleidend, in de
oefenvorm zelf. Of juist apart van de rest, wanneer de speler even rust heeft. Tussen
twee vormen door speel je de bal een paar keer met hem over en legt hem uit hoe hij
de bal moet raken.
Leg je het spel stil, dan is het zaak dat de spelers blijven staan in die situatie
waar jij iets over wilt zeggen. Je ziet een aanvaller die twee tegenstanders probeert
te passeren terwijl een medespeler vrij staat. Herken de leersituatie zo spoedig mogelijk,
zodat dit zo ‘echt’ mogelijk is.
Roep ‘stop!’ De spelers zullen gelijk stilstaan en je aankijken. Nu is het zaak dat je
de spelers snel het probleem doet inzien, en dat zij vervolgens zélf een oplossing
aandragen.
‘Wat doen we niet goed?’
‘Camillo speelt niet over!’
‘We verliezen met zijn allen de bal. Hoe kunnen we er sámen voor zorgen dat we
de bal houden en een kans creëren?’
‘Roepen.’
‘Kijken.’
‘Vrijlopen.’
‘Aanbieden.’
‘In de bal komen.’
‘Voor je man komen.’
‘Veld groot maken.’




