Previous Page  115 / 176 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 115 / 176 Next Page
Page Background

E-pupillen

|

115

Terwijl Remco met de spelers de trainingsavond afsluit – high fives – mijmert Richard

wat over oefenvormen die nóg beter aansluiten bij de behoeften van dit team. Heel veel

dingen gaan al goed. Maar neem even de opbouw. Keeper Dico kiest er vaak voor de

bal ver uit te trappen. Begrijpelijk, dat kan hij ook goed. Maar vanavond oefenden we

de opbouw zonder keeper – en wat deden de achterhoedespelers? Bouwden zij goed

op? Hoe betrek ik een verdediger als Maaike meer bij de opbouw? Biedt zij zich aan de

zijkanten aan? Kwamen haar passes aan bij de spitsen?

En wat als Bodegraven de bal had? Pakten onze voorhoedespelers vaak de bal af?

Of was het meer dat zij de bal bij ons inleverden? Wat als we volgende week in CVC

een sterkere tegenstander treffen dan Bodegraven? Hoe kunnen wij dan samen nog

beter de opbouw verstoren? Richard slaapt er nog maar eens een nachtje over.

En wat zou hijzélf nog beter kunnen doen tijdens de training? Te veel tijd gaat nog op

aan het luisteren naar de coach, het wachten op de volgende oefenvorm, het wachten

op elkaar. Het zou toch fantastisch zijn als een training van 60 minuten betekent dat

kinderen minimaal 55 minuten aan het voetballen zijn? Dat alles zo gladjes verloopt, dat

hij nauwelijks nog iets hoeft bij te sturen en alle tijd heeft om ze tips te geven? Hoe zou

hij dát voor elkaar kunnen krijgen?

Een KNVB-training op maat voor RVC’33 E

-

1

De KNVB ontwikkelde voor E-pupillen voetbalechte oefen- en partijvormen die elk

passen bij één van de acht leerdoelen. Deze worden stuk voor stuk gedemonstreerd

op de dvd die bij dit boek hoort. Ze zijn geschikt voor een groep van 8 tot 40 spelers.

Op een A4’tje is de warming-up, de oefenvorm en partijvorm ‘aanvallen’ en de

oefenvorm en partijvorm ‘verdedigen’ af te beelden en mee te nemen naar het veld.

RVC’33 E1 deed ervaring op met een dusdanig opgebouwde KNVB-training.

Op basis van eerdere wedstrijden maakte Richard de keuze te trainen op de één

tegen één situatie, het op het juiste moment veroveren van de bal (verdedigen) en

het verbeteren van het positiespel in de opbouw (aanvallen).