E-pupillen
|
155
In stilte wordt ranja gedronken.
‘Nou, zeggen jullie het maar.’
‘Het gaat niet echt goed’, klinkt het vertwijfeld uit Niels mond.
‘We hebben wel kansen, maar we schieten te zacht’, heeft Dico gezien.
‘Ja, we geven hele slechte balletjes en zo’, zegt Pim.
‘We moeten gewoon feller spelen!’, vindt Barry.
Dan neemt Richard het over.
‘Pim laat zich steeds aftroeven hè. Niels start steeds te langzaam en Camillo speelt
verstoppertje. Dat kán niet. Nog meer? Ik weet niet hoe laat jullie naar bed zijn gegaan?’
‘Uh, om half twaalf pas...’, bekent Niels.
‘Dan krijg je dus dit hè. Hoe moe je ook bent, je kunt nog wel je best doen. Maar weet
je wat ik echt erg vind? We spelen altijd als een team. Nu speelt iedereen een beetje
voor zich. Niemand doet zijn best.’
Wat te doen? denkt Richard op dit soort momenten. Hoe een teneergeslagen groep te
motiveren? Door ze te voeden met weer wat van zijn wijze lessen? Of moet hij het ze
een keer helemaal zelf laten bedenken? In dat laatste gelooft hij niet. Die trend van de
zelfstudie op scholen is toch ook volledig doorgeslagen? Hij speelde zelf ooit in het
eerste. Daar stak hij veel kennis op. Waarom zou hij deze kinderen dat nu onthouden?
Het wiel is toch al een keer uitgevonden?
KNVB-tip: overspoel ze niet
Het is verleidelijk, nadat je in de eerste helft veel ‘fouten’ hebt
gezien, de spelers snel beter te maken door ze met die fouten in
de rust te overspoelen. Het heeft geen enkele zin, je spelers ken-
nen ze al lang. Maak ze geen verwijten. ‘Niemand doet zijn best.’
Formuleer rustig en concreet hoe enkele dingen beter kunnen:
samenspelen, positie kiezen, schieten op doel.




