156
|
E-pupillen De zaterdagwedstrijd
De KNVB vindt dat rust rust is. Dat je ze
nu vooral een goed gevoel moet geven – en
moet benadrukken wat goed gaat. Hoogstens enkele
tips. Dat snapt Richard wel, maar hij doet het toch op zijn manier.
Van de negen spelers hier in deze ruimte pikken twee er toch iets van op.
En leren ze volgens de voetbalbond voetballen door te voetballen?
De KNVB heeft makkelijk praten, vindt Richard. Bij de KNVB zijn ze gewend met alleen
maar bovenmodale spelers te werken. Maar zet een KNVB-opleider bij de E5 neer en ze
wordenknettergek hoor. Neem nou enkele beroemde oud profvoetballers, die later als
coach minder succesvol waren. Die doorzagen het spelletje zelf zo goed, dat ze zich
niet konden inleven in anderen. Zo van: dat snáp je toch! Zíe je dat dan niet?
Je zult als coach altijd moeten vertrekken vanuit hetgeen spelers kunnen, snappen.
Kijk, daarom heeft Richard respect voor coaches van lagere teams. Alleen al hun geduld.
Hij is verwend. Als hij een keer te laat is voor de training, doen zijn spelers in afwachting
van zijn komst rustig een rondootje. Verder neemt hij zijn petje af voor de KNVB. Begin-
nende coaches zou hij willen aanmoedigen zeker de pupillencursus te volgen. Durf de
adviezen op te volgen, zet die pylonnen recht – kijk of de kinderen met plezier voetbal-
len – en vorm er je mening over. Leg eerst die basis, bepaal dan pas jouw plaats en
vorm zo je eigen coachingsstijl.
‘Jongens, neem even die opdracht van Pim. Het veld lang en breed houden. Maar wat
doet iedereen? Naar binnen duiken! Dan wordt het toch een bende? Toch? En Pim en
Camillo spelen lekker verstoppertje. Nou, dan tellen we nu tot tien – wie niet weg is ge-
zien. Zo, ik heb jullie allemaal gevonden. Wat gaan we zo meteen doen?’
‘We gaan ervoor.’
‘Ik hoor jullie niet.’
‘We gaan ervoor!’
‘Jongens, het is niet erg. Deze helft hebben we verloren met 2-0, maar de
volgende helft winnen wij met 3-0. Gewoon de beuk erin. Dit is wel CVC hè, die
moeten we pakken!’




