Previous Page  26 / 176 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 26 / 176 Next Page
Page Background

26

|

E-pupillen De zaterdagwedstrijd

Ogen van volwassenen

Kijken volwassenen naar een jeugdwedstrijd, dan kunnen ze het niet laten. Ze zien al

dingen in die ‘jonkies’. De typische aanvaller, de typische verdediger. Ze onderscheiden

ook de ‘vroegrijpe’ speler, negeren de ‘grassprietjesteller’. Dan zijn er de diverse per-

soonlijkheidjes. De goedgebekte linksbuiten – tikje opvliegend, soms wat egoïstisch.

De kalme linksback die zich wegcijfert, opoffert.

Elke speler is anders, elke speler verdient de aandacht die bij hem past. Maar hoe

ver moet die aandacht gaan? Moet de trainer-coach zich verdiepen in het temparement

van ieder van zijn negen spelers en daarop zijn beleid afstemmen? Of zijn daarvoor

de paar uurtjes per week niet toereikend? Biedt het wel houvast als je kinderen in

hokjes stopt? Je kunt eens beginnen met wie jij als coach eigenlijk bent. Door welke

bril kijk jij eigenlijk naar hen? Was jijzelf vroeger een ‘typische’ linksback – en ben je

nu allergisch voor linkerspitsen die nooit meeverdedigen?

Hoe sterk sommige kenmerken van kinderen ook in het oog springen, de relatie met

wat ze in de kleedkamer en op het veld laten zien is niet altijd duidelijk. Gedrag kan

namelijk net zo goed het gevolg zijn van achtergrond, cultuur, religie, situatie thuis,

woonomgeving, school, economische status en medische zaken. Of het is

gewoon Ramadan of Sinterklaastijd – en heerst de opwinding alom.

Het leiden van een team E-pupillen is maatwerk. Maar complimenten werken voor

iedereen – van een schouderklopje raakte nog nooit iemand geblesseerd. Dat is de

basis. Hier bovenop kun je elke speler meer op maat begeleiden. Zoek bijvoorbeeld

naar drijfveren. De een komt voor de gezelligheid, de ander omdat hij later bij

FC Barcelona wil spelen – en weer een ander droomt alleen maar van een omhaal in

de kruising. Tegen de eerste hoef je niet te zeggen hoe fantastisch jullie in de race

zijn voor het kampioenschap. Tegen die andere twee hoef je niet steeds te zeggen:

wat gezellig dat jullie er weer zijn!

Een E-pupil stop je als persoon én als speler makkelijk in een hokje. Hiervan is

de KNVB geen voorstander. Het verleidelijke is echter dat kinderen zichzelf lijken te

nestelen in een vaste positie. Laat mij maar verdedigen, zegt de ‘opofferende links-

achter’ – anderen kunnen beter aanvallen dan ik. Bedenk hoe je hem toch eens kunt

laten ruiken aan een andere plek, een andere rol. Op de training, bij een ruime voor-

sprong, op een toernooi, desnoods als het seizoen is gespeeld?