E-pupillen
|
29
Aanhoudend negatief gedrag
Alles wat aandacht krijgt, groeit... negeer negatief gedrag zo veel mogelijk – behalve
natuurlijk als het fysiek gevaar voor de speler of een ander oplevert. Reageer anders
dan hij verwacht. Negeer zijn bekende neiging tot schwalbes, roep ineens niets meer
vanaf de zijlijn. Geef hem in het veld een belangrijke taak, een grote verantwoordelijkheid.
Wees je bewust van beeldvorming. Onbelast naar je spelers kijken is onmogelijk,
door eerdere gedragingen plakt iedereen nu eenmaal labels. Een speler is extreem
druk, trekt altijd de aandacht, daagt jou vaak uit. Is hij betrokken bij een ruzie? Dan
is hij verdachte nummer een. Trek niet te snel conclusies, zoek naar de oorzaak van
zijn gedrag. Is hij geprovoceerd? Zijn er problemen thuis?
Of is het gewoon een kwestie van temparement? In sommige culturen laat men ge-
voelens sneller de vrije loop. Soms vindt men het normaal er meteen op te slaan als
men wordt uitgedaagd. Geef ze oplossingen mee – hoe kunnen ze op een andere
manier opkomen voor zichzelf? Biedt ze daarbij het gevoel van bescherming. Mogen
ze er vanuit gaan dat jij voor hen opkomt door dingen netjes aan te kaarten bij
scheidsrechter of tegenpartij?
Technische hoogstandjes tijdens de wedstrijd – zonder bedoeling in het spel – staan bij
sommige spelers in hoger aanzien dan samenspel en doelpunten scoren. Wekt zo’n
individuele show ergernis op bij medespelers, maak dat dan bespreekbaar. Negeren
is geen optie. Het zal zich blijven voordoen en ooit tot escalatie leiden. Begrip voor
de oorsprong van bepaald gedrag maakt dat je minder gauw overal meteen een
negatief oordeel over velt. Het schept ruimte om te vragen naar oorzaken. Het biedt
gelegenheid te zoeken naar een andere aanpak dan waartoe je in eerste instantie
geneigd bent.
Hoe dan? Voer met een zich misdragende speler een apart gesprekje over wat je
in de praktijk ziet. Doe dit zonder de speler te beschuldigen. Zo merkt hij dat je zijn
gedrag in de gaten houdt. Dit kan al preventief werken. Vraag waarom hij het doet.
Er kan een ‘goede’ reden zijn. Vraag hem wat je kunt doen om hem te helpen.
Houdt het ongewenste gedrag aan? Neem nog eens de tijd voor een gesprek met
hem en eventueel zijn ouders. Blijf zoeken naar het positieve. Is de speler van begin
tot eind een lastige stoorzender voor de groep, maar komt hij wel altijd op tijd?
‘Heel goed van jou! Je bent op tijd! Ik waardeer dat erg in spelers.’
Staat hij na deze opening nog niet open voor het commentaar dat je gaat geven,
schep dan eerst een band.
‘Ik had vroeger hetzelfde als jij, joh. Ik heb zo vaak mijn kop gestoten. Had ík toen
maar een trainer die het samen met mij wilde oplossen. Je hebt het zelf in de hand!’




