Previous Page  33 / 176 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 33 / 176 Next Page
Page Background

E-pupillen

|

33

‘Even opschieten mannen! Spullen in je tas.’

Negen spelers zoeken een plekje op de kleedkamerbank. Jeroen met zijn gekneusde

neus kijkt toe hoe zeven jongens en een meisje hun trainingspakken uitritsen. Hun kick-

sen hebben ze ook al aan. Dit vindt Richard dus maar niks. Omkleden doe je in de

kleedkamer, niet thuis. Maar ja, bij RVC’33 doen nu eenmaal alle kinderen dat zo.

Richard bedenkt zijn kleedkamerbespreking nooit van tevoren. Standaardpraatje, niks

bijzonders, vindt hijzelf. Alles plenair ook, vooraf neemt hij zelden een speler apart. Alleen

de grote waffels natuurlijk. Verder gebruikt hij de rust straks om sommige spelers bij te

sturen. Nu eerst de opstelling, daarna de individuele opdrachten.

‘Jeroen, jij mag in de rust zeggen wat er in de eerste helft goed en niet goed gaat. Dico

op doel. Dico, we weten allemaal dat je bent gescout door ADO Den Haag. Des te meer

reden je best te doen, ja? Maaike rechtsback, Daan laatste man, Mees linksback, Niels

linksbuiten, Pim in de spits, Camillo rechtsbuiten. Barry begint in de wissel.’

Opstelling

Aan de opstelling schenken coaches graag veel aandacht. Maar zo vlak voor de

wedstrijd kun je het bij E-pupillen beter kort houden – de concentratie is beperkt.

Op andere momenten kun je ze er meer bij betrekken, en hun mening vragen. Zo

krijg je gaande het seizoen een opstelling waar iedereen zich prettig bij voelt. Maak

de opstelling niet pas op het laatste moment, neem er de tijd voor. Toon de opstelling

op een coachbord, dan zíet iedereen zijn plek. Bekertjes op de vloer kunnen ook.

Vraag op de speler af of deze weet welke taak bij zijn plek hoort.

E-pupillen spelen 7 tegen 7, inclusief keeper. Het verdelen van 6 spelers over een

half speelveld laat kinderen van deze leeftijd het aanvallen en verdedigen optimaal

ervaren. Aanbevolen wordt dan ook om altijd maximaal 7 tegen 7 te spelen. Bij extreme

kou of regen kun je met de tegenpartij afspreken 8 tegen 8 te spelen. Houd er rekening

mee dat de krappe ruimtes het voetballeerproces niet ten goede komen.

De meest logische veldbezetting is er een van twee linies. Dat noteer je als 1-3-3.

Een keeper, drie verdedigers, drie aanvallers. In de situatie van verdedigen vormen

beide linies een V of kommetjes. In de situatie van aanvallen vormen beide linies een

omgekeerde V. Bij het verdedigen zijn de ruimtes klein, bij de opbouw van een aanval

houdt men het veld juist groot. De onderlinge afstanden bij het aanvallen moeten ook

weer niet te groot zijn. Spelers moeten met één of twee passes elkaar kunnen bereiken.

Bij het verdedigen staan ze dicht genoeg bij elkaar om elkaar te kunnen helpen.