E-pupillen
|
75
‘Noah! Eruit! Heron erin, in de spits jij. Noah tempo! En Mendel, jij schuift door naar
linksbuiten!’
Hoeveel Bram ook wisselt, de spelers hebben op het veld wel duidelijkheid nodig. De
in zijn ogen typische voorhoedespelers spelen in de voorhoede, achterhoedespelers in
de achterhoede. Eigenlijk zou hij kinderen nog niet zo in een vaste rol moeten drukken.
Dat weet hij ook wel. Maar ja, de posities van hun eigen voorkeur zijn hem echt wel dui-
delijk. Deze opstelling is ook zoals zij het zélf graag willen.
Neem nou linksachter Wessel. Eigenlijk een van de betere spelers. Heel kalm, luistert
goed, leert graag. Je ziet hem maar drie keer in de wedstrijd en wát-ie doet, doet-ie perfect.
Maar zet hem niet in de spits – in de drukte verliest-ie het overzicht. De keren dat Bram
hem in de aanval posteerde, liet hij zich vanzelf helemaal terugzakken tot zijn vertrouwde
positie. Hij moet het spel vóór zich zien.
De hoge wisselfrequentie die Bram hanteert, maakt het spel van zijn team er niet rustiger
op. Dat ziet hij ook. Maar ja, hij wil óók kunnen wisselen als het moment daarom vraagt.
Corner? Dan moet snel Tom erin, want die heeft een goeie trap. Tom mag alle vrije trappen
nemen. En Mendel moet er ook in, want die kan goed koppen.
Alles moet uit de kast. Want winnen móet, vindt Bram. Nou ja. Punten verliezen tegen
dit team zou toch vreselijk zonde zijn, denkt hij, als hij met een aanval mee oprent langs
de lijn.
Teamleider van de E6 Marcel heeft zich aan de andere kant van het veld opgesteld. Hij
staat naast het doel van het grote veld. Hij beperkt zich tot af en toe een aanmoediging.
‘Goeie pass!’
De E6 bestaat uit negenjarige jongens, en een enkele tienjarige. Geen voorbestemd
selectieteam, maar wel heel leuk opbouwend en makkelijk scorend. Normaal gesproken.
Voor de winter rolden ze met grote overwinningen hun tegenstanders op, deden ze
serieus mee om het kampioenschap. Soms keken ze tegen een achterstand aan en
speelden ze zich na de rust terug in de wedstrijd.
Kwestie van mentaliteit, denkt Bram. Mag hij graag op hameren in de rust. Knokken!
Hij heeft er ook geen moeite mee tijdens de limonade een individu zonder omhaal
te zeggen wat-ie niet goed doet.
‘Ik had toch gezegd... waarom loop je nou steeds uit positie?’
Bram denkt niet dat hij daarmee een jong kind beperkt in zijn ontwikkeling. Als de
algehele teamsfeer maar goed is. Dat is de basis. Dan kun je ook een keer uitvallen,
hoef je geen mooi weer te spelen als ze staan te knoeien. Gelukkig snappen de ouders
dit. Stuk voor stuk aardige mensen, met wie hij en Marcel goede afspraken hebben
kunnen maken. Hij is de enige die praat langs het veld, zij moedigen aan. Kijk, hij heeft
te maken met tien nogal lieve spelers. Die wil hij lekker laten voetballen, maar soms ook
wat meer weerbaar maken. Ze moeten zich niet zo laten intimideren, zoals laatst tegen
die straatschoffies uit Slotervaart. Kont erin! Dat is belangrijk. Om te winnen.
Op imposante wijze stoomt Sem op vanuit de achterhoede, breekt door de verdediging
van Diemen en schiet voorlangs naast.




