Previous Page  78 / 176 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 78 / 176 Next Page
Page Background

Alleen voor de keeper schiet Heron op de paal.

‘Goeie bal!’

Het is bijna rust. Bram wendt zich tot de twee wisselspelers aan zijn zijde.

Hun handen in de mouwen.

‘We hebben weleens beter gespeeld! Hè jongens?’

‘Huhum.’

‘Geeft niet hoor, want we hebben de tweede helft nog.’

‘Jamiro! Je moet verder weg staan, vérder!’

Gevoelsspeler, ook. Balzoeker. Net als Bilal. Weet van nature níet waar-ie staat. Na

twee, drie man te hebben gepasseerd, raakt-ie hem kwijt aan de vierde. Het liefst wil

Jamiro de kluit in, als-ie maar dichtbij de bal is. Erfenis van de F-jes nog. Het helpt ook

niet dat Diemen met zeven man op de as speelt. Daarom speelt WV-HEDW daar ook!

Aan Jamiro heeft Bram al wél geleerd dat-ie meer om zich heen moet kijken, zodra hij

de bal heeft. Hij herkent steeds beter de momenten waarop hij moet dribbelen – of juist

beter kan overspelen. Ook daarom kent Bram zo’n speler graag een vaste positie toe.

Dan weet die wie er altijd naast hem staat. Dat er iemand is in het veld op wie hij kan

vertrouwen, met wie hij blind een-tweetjes kan aangaan.

Zo bouw je een team, vindt Bram. Zo ontwikkel je individuen.

0-0 bij rust. Tien jongens drinken ranja uit plastic bekertjes, vlak voor het doel dat

zo meteen van hen is. Met zijn armen wijd drijft Bram ze allemaal óver de lijn,

de doelmond in.

‘Jongens, gaat het goed?’

‘Ja hoor’, mompelen ze anoniem. ‘Niet slecht.’