Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  24 / 82 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 24 / 82 Next Page
Page Background

BASISDOCUMENT BEROEPSTAAKGESTUURD LEREN

24

5.8 Werken met de STARR-methode

Bij de beoordelingsgesprekken kan je begeleider de STARR-methode gebruiken om er zeker

van te zijn dat hij belangrijke gegevens niet overslaat. Met deze methode kun je jezelf als

leerling goed op het beoordelingsgesprek voorbereiden.

Tijdens het gesprek moet je de producten toelichten om er zeker van te zijn dat het

ingeleverde materiaal van jou afkomstig is en dat jij de inhoud hiervan beheerst. Voordat

een beoordelingsgesprek begint, krijg je te horen om welke producten het gaat.

Voorbeelden van zulke producten zijn:

• het bewijs van het werkstuk (bijvoorbeeld een foto)

• notities van het functioneringsgesprek

• notities van proces- en productevaluatie

• een competentiescoretabel

• het product van een beroepstaak

5.9 De beoordelingsmonitor

Tijdens je opleiding houden je begeleiders je vorderingen bij in een beoordelingsmonitor.

Een beoordelingsmonitor is een overzicht van producten en competenties waarvoor je in de

beroepstaak een beoordeling krijgt.

STARR staat voor Situatie, Taak, Actie, Resultaat en Reflectie.

Dit is de volgorde van de punten die aan de orde komen in het gesprek.

Situatie Geef een zo compleet mogelijk beeld van de situatie.

• Waar doe je meestal je werk?

• Verloopt de communicatie met je collega’s / medeleerlingen goed?

• Heb je te maken met werkdruk?

• Zijn er dingen die je van je werk houden?

Taak

Wat was jouw taak?

• Wat wordt in de gegeven situatie van jou verwacht?

Actie

Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd?

• Op welke manier heb je de werkzaamheden uitgevoerd?

• Wat deed je in de gegeven situatie en waarom?

Resultaat Wat is het resultaat van jouw activiteiten?

• Wat was goed gelukt en wat kun je nog verbeteren?

Reflectie Stel samen met je begeleider vast wat je hebt geleerd van de situatie en welke consequenties

dat heeft voor je functioneren in de toekomst.

• Wat was goed en wat kon beter?