30
5.10 Beoordelen met de beoordelingsmonitor
Voor de beheersing van jouw competenties krijg je
beoordelingen. In de beoordelingsmonitor staat
aangegeven op welke onderdelen jouw competenties
beoordeeld worden.
Je krijgt een beoordeling voor:
Je product
• Met welk resultaat heb je de projecttaak uitgevoerd?
• Hoe moeilijk was de taak?
• Voldoen de producten aan de gestelde eisen?
• In welke werksituatie heb je de opdrachten van de
projecttaak uitgevoerd?
Je competent gedrag
• Welk competent gedrag heb je getoond tijdens de
uitvoering van je projecttaak?
• Hoe was je beroepshouding volgens de competenties?
Je
projecttaken
kun je in opklimmende moeilijkheid
uitvoeren.
• In de beoordelingsmonitor staat de opklimmende
moeilijkheid aangegeven met:
A – B – C – D
.