![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0033.png)
32
5.12 Beschrijving van de complexiteit
Je begeleider legt
de moeilijkheid
van de projecttaak
vast die je in een bepaalde
werksituatie
uitvoert. Je
voert de taken uit in oplopende moeilijkheid
(complexiteit).
5.13 Wanneer zijn er vaststellingsmomenten?
Een vaststellingsmoment is een logisch moment om vast
te stellen hoe je opleiding verloopt. Het is ook een
moment waarop de examencommissie van jouw school
formeel vaststelt:
• of alle producten en documenten van jou aanwezig
zijn en
• of de procedure is uitgevoerd zoals die is
afgesproken.
Jouw school kan daarvoor een eigen keus maken.
Bespreek dit dus vooral met je begeleiders.
Moeilijkheids-
graad
(complexiteit)
Hoeveel begeleiding
krijg je?
In welke situatie moet
je de opdracht uitvoeren?
Moment van
uitvoering
A
(
Be)geleid
Je krijgt zoveel mogelijk lei-
ding tijdens het uitvoeren
van de opdracht.
Eenvoudig
Je voert een aangepaste taak uit in
een overzichtelijke situatie.
1
e
half jaar
B
Begeleid
Je krijgt begeleiding tijdens
het uitvoeren van de op-
dracht. Je begeleider is in de
buurt.
Eenvoudig
Je voert een aangepaste taak uit in
een overzichtelijke werksituatie.
2
e
half jaar
C
Deels zelfstandig
Voor een deel voer je zelf-
standig de taak uit. Je kunt
met problemen je begeleider
raadplegen.
Standaard
De taak bestaat uit verschillende
werkzaamheden die je in een norma-
le werksituatie uitvoert.
Als beginnend
beroeps-
beoefenaar.
D
Zelfstandig
Je voert de taak zelfstandig
uit. Je begeleider is niet altijd
bij jou in de buurt. Vaak krijg
je pas aan het einde ervan de
controle van je begeleider.
Complex
De werksituatie is niet meer zo over-
zichtelijk. Je zult zelfstandig naar op-
lossingen moeten zoeken.