269
ders met lepels en daarbij behoorende glazen.
Verschillende messen. Vuilmsbak.
Papiermanden. Servetten en ander Linnen.
Porselein- en Glasbakken. Ca!>sa Bonnenpennen.
Lepelbakjes. Eierschouwcr. Kalender. Gaslicht–
comfoor. Flesschen- en andere Kasten. Heet- en
koudwaterleiding Spoelbakken en Aanrecht.
Flesschenstandaards. Flesschendragers Vitrines.
Busopener. Snijplanken. Doekenrek. Flesschen–
bak met ijs voor dranken die koel geserveerd
moeten worden, enz. enz.
•