72 / 147
©
Academie
ǀ seizoen 2013/’14
Studiegids/ werkboek
71
3. Begeleiden van pupillen, staf en ouders
Opdracht 3.1 Organiseren van een bijeenkomst voor pupillen, staf en
ouders (toelichting)
Deze opdracht richt zich meer op
hoe
je met de spelers, staf en ouders omgaat en minder op
de voetbalinhoud. Beide zijn van belang om spelers met plezier beter te leren voetballen. De
stelling is dat afspraken belangrijk zijn om te presteren. Ben je het daarmee eens of oneens?
Een logische vraag is dan: om welke afspraken gaat het?
Een trainer kan afspraken maken met zijn spelers over regels binnen en buiten het veld. Als
je aan spelers vraagt wat ze willen bereiken, zullen ze antwoorden', doelpunten maken, de
wedstrijd winnen'. Dat gaat niet vanzelf. Omdat je met meerdere spelers hebt te maken,
moet je afspreken hoe jullie dat gaan doen. Op welke manier gaan de spelers samenwerken
als ze de bal hebben en op welke manier als ze de bal niet hebben. Dus: hoe gaan we
verdedigen en hoe gaan we aanvallen? Voor het gemak noemen we dit de
'voetbalafspraken'. Deze ‘voetbalafspraken’ kunnen worden gezien als een richtlijn voor het
verdedigen, aanvallen en omschakelen.
Daarnaast zijn er afspraken die minder gericht zijn op het voetballen, maar wel belangrijk om
te maken. Daarbij kun je denken aan afspraken over: op tijd komen, afmelden, douchen etc.,
maar ook omgangsregels. Bijvoorbeeld hoe spreken we met elkaar; niet schelden, en bij een
team met spelers vanuit verschillende culturen spreken we Nederlands met elkaar etc. Zo
zijn er nog veel meer voorbeelden te bedenken.
Als het mogelijk is maak je afspraken over de regels binnen en buiten het veld. Het is niet
moeilijk om een lijst met regels te maken en deze aan de spelers op te leggen. Eigen inbreng
door de spelers zelf in het bepalen van afspraken wordt eerder ervaren als zinvol. Het zijn
afspraken die noodzakelijk zijn om het doel, het winnen van wedstrijden, te bereiken.
Daarom vindt iedereen dat ze moeten worden nageleefd. Het betrekken van spelers bij het
maken van een lijst van afspraken, zorgt dat ze zich ook eerder hier aan houden. Daarnaast
zijn er ook afspraken die worden opgelegd door de trainer. Niet alles is onderhandelbaar.
Later komen we hierop terug.
Afspraken zijn geen zaken die voor nu en altijd gelden. De 'voetbalafspraken', maar ook de
andere afspraken buiten het veld zullen regelmatig worden bijgesteld of aangepast. Op basis
van je ervaringen met spelers en (eventueel de) ouders is het goed om eerder gemaakte
afspraken regelmatig te evalueren.
De leeftijd van een speler heeft invloed op welke afspraken er worden vastgesteld en de
manier waarop dat gebeurt. Als je de voetbalafspraken onder de loep neemt, is het duidelijk
dat die anders zijn voor bijvoorbeeld F-pupillen dan D-pupillen. De manier waarop je
afspraken maakt en wie je daarbij betrekt, heeft ook te maken met de leeftijd van de spelers.
Vanuit het voorbeeld kun je D-pupillen meer aanspreken op het nakomen van afspraken dan
F-pupillen. F-pupillen zijn met betrekking tot een aantal zaken, als bijvoorbeeld: het op tijd
komen en afmelden, afhankelijk van hun ouders. Daarom is het goed om ouders op de
hoogte stellen van en/of te betrekken bij het maken van afspraken. Bij het niet nakomen van
afspraken worden dan óók de ouders daarover geïnformeerd en/of op aangesproken.