Sociaal-cultureel werker
Competentiewijzer
11
Competentie H: Overtuigen en beïnvloeden
Werkprocessen:
2.1 Biedt ondersteuning
(BP 2.1, BP 3.1)
Componenten:
gesprekken richting geven, ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen
Eindgedrag:
Je zet zaken op de agenda met een duidelijk doel.
Je komt actief met voorstellen.
Je leidt gesprekken in goede banen.
2.5 Organiseert en ondersteunt samenwerkingsverbanden
(BP 2.3, BP 3.1)
Componenten:
onderhandelen en overeenstemming nastreven
Eindgedrag:
Je onderzoekt de verschillende belangen en mogelijkheden.
Je streeft overeenstemming na.
3.4 Voert beleidsmatige taken uit
(BP 2.4, BP 3.3)
Componenten:
ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen
Eindgedrag:
Je draagt het beleid van de organisatie vol zelfvertrouwen uit.
Je onderbouwt gemaakte keuzes.
Je brengt signalen van sociale kwesties en andere ontwikkelingen onder de aandacht van de organisatie.
3.7 Werft vrijwilligers
(BP 2.3, BP 3.2)
Componenten:
indruk maken op anderen
Eindgedrag:
Je kunt de vraag naar vrijwilligers onder de aandacht brengen.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
overtuigingstechnieken
•
•
de functies van de verschillende
overlegvormen en je rol daarin
•
•
verschillende communicatievormen
•
•
motivatietechnieken
•
•
vergadertechnieken
•
•
onderhandelingstechnieken
•
•
doelgroepen
•
•
groepsprocessen
•
•
het werkveld
•
•
de sociale kaart
•
•
de samenleving
•
•
sociale vaardigheden -
conflicthantering
•
•
het beleid van de organisatie
•
•
de Nederlandse taal op 3F niveau
•
•
een moderne vreemde taal
•
•
ICT
•
•
...............................................
•
•
ondersteuning bieden
•
•
samenwerkingsverbanden organiseren
•
•
samenwerkingsverbanden ondersteunen
•
•
streven naar win-win situaties
•
•
belangen van anderen behartigen
•
•
het beleid van de organisatie vol
zelfvertrouwen
•
•
vergaderen
•
•
uitdragen
•
•
keuzes onderbouwen
•
•
besluitvorming beïnvloeden
•
•
je eigen mening naar voren brengen
•
•
je eigen belangen behartigen
•
•
de mening van anderen naar voren
brengen
•
•
je mondeling en schriftelijk in de
Nederlandse taal uitdrukken op 3F niveau
•
•
je mondeling en schriftelijk in een
moderne vreemde taal uitdrukken
•
•
ICT-vaardigheden toepassen
•
•
.......................................................
•
•
respectvol
•
•
positief
•
•
zorgvuldig
•
•
concreet en
duidelijk
•
•
inspirerend
•
•
open naar
anderen
•
•
consequent
•
•
motiverend
voor anderen
•
•
inlevend
•
•
planmatig
•
•
proactief
•
•
vol
zelfvertrouwen
•
•
overtuigend
•
•
...................