Sociaal-cultureel werker
Competentiewijzer
15
Competentie L: Materialen en middelen inzetten
Werkprocessen:
2.2 Bereidt projecten of activiteiten voor
(BP 1.2, BP 1.3, BP 2.5)
Componenten:
geschikte materialen en middelen kiezen
Eindgedrag:
Je maakt op basis van de vraag die speelt de juiste keuze voor materiaal en middelen.
2.3 Begeleidt deelnemers tijdens activiteiten
(BP 1.1, BP 1.4)
Componenten:
materialen en middelen doeltreffend gebruiken
Eindgedrag:
Je zorgt ervoor goed op de hoogte te zijn van het gebruik van materialen en middelen, zodat de inzet er
van optimaal bijdraagt aan de doelen waarvoor ze ingezet worden.
3.5 Voert beheerstaken uit
(BP 2.2, BP 3.2)
Componenten:
goed zorgdragen voor materialen en middelen
Eindgedrag:
Je checkt regelmatig het materiaal en de middelen.
Je levert hiermee een bijdrage aan het onderhoud.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
verschillende materialen en middelen
die nodig zijn om een activiteit goed
uit te kunnen voeren
•
•
gebruiksvoorschriften, toepassingen,
regels en protocollen die nodig zijn
bij het gebruik van materialen en
middelen
•
•
Arbo-regels en Arbo-wetten
•
•
onderhoudstechnieken
•
•
protocollen m.b.t veiligheid en
gezondheid
•
•
het begrip duurzaamheid
•
•
de Nederlandse taal op 3F niveau
•
•
een moderne vreemde taal
•
•
ICT
•
•
...............................................
•
•
milieubewust, kostenbewust en
spaarzaam werken
•
•
beschikbare materialen en middelen
aanwenden
•
•
geschikte middelen en materialen voor
activiteiten kiezen
•
•
spel, gebruiksmaterialen en hulpmiddelen
gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn
•
•
deelnemers begeleiden bij het gebruik
van diverse materialen en middelen
•
•
apparatuur, materialen en middelen veilig
en effectief gebruiken
•
•
instructie geven bij het aanleren van
vaardigheden, gedragsregels en het
gebruik van materialen en hulpmiddelen
•
•
Arbo-regels toepassen bij het gebruik van
materialen en middelen
•
•
duurzaamheid toepassen
•
•
de voorraad beheren van materialen en
middelen
•
•
je mondeling en schriftelijk in de
Nederlandse taal uitdrukken op 3F niveau
•
•
je mondeling en schriftelijk in een
moderne vreemde taal uitdrukken
•
•
ICT-vaardigheden toepassen
•
•
.......................................................
•
•
kwaliteits-
bewust
•
•
kosten-
besparend
•
•
zorgvuldig
•
•
planmatig
•
•
precies
•
•
technisch
•
•
...................