Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  108 / 114 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 108 / 114 Next Page
Page Background

108

Constructiewerker

Niveauomschrijvingen Nederlands

Leesvaardigheid

B2

Luister­

vaardigheid B2

Spreek­

vaardigheid B1

Gespreks­

vaardigheid B1

Schrijf­

vaardigheid B2

Kenmerken van de taakuitvoering

Woordgebruik en

woordenschat

Beschikt over vol-

doende woorden

om zich te uiten

over de meeste

onderwerpen die

betrekking heb-

ben op het dage-

lijks leven, zoals

familie, hobby’s

en interesses,

werk, school en

actualiteiten.

Geeft soms een

omschrijving van

een onbekend

woord.

Woordherhalin-

gen komen voor

bij gebrek aan

variatie.

Woordgebruik en

woordenschat

Beschikt over vol-

doende woorden

om zich te uiten

over de meeste

onderwerpen die

betrekking heb-

ben op het dage-

lijks leven en de

beroepsrichting.

Het kan soms nog

nodig zijn een

omschrijving te

geven van een

onbekend woord.

Weinig variatie in

woordgebruik.

Woordgebruik en

woordenschat

Gebruikt de lid-

woorden meestal

correct.

Fouten met

voorzetsels en

idiomatische uit-

drukkingen komen

regelmatig voor.

Kan het woordge-

bruik variëren.

Grammatica

Vertoont een

goede grammati-

cale beheersing;

fouten komen

voor, maar het is

altijd duidelijk wat

hij probeert uit te

drukken.

Redelijk accuraat

gebruik van fre-

quente ‘routines’

en patronen die

horen bij over het

algemeen voor-

spelbare situaties.

Grammatica

Vertoont een

redelijke gramma-

ticale beheersing.

Aarzelingen en

fouten in zins-

bouw zijn eigen

aan gesproken

taal en komen dus

voor, maar wor-

den zo nodig her-

steld. Het is over

het algemeen

duidelijk wat de

leerling probeert

uit te drukken.

Spelling en gram­

matica

De spelling is

accuraat genoeg

om de tekst te

kunnen volgen.

Spelfouten zijn

toegestaan, maar

tasten de begrij-

pelijkheid niet

aan.

Redelijk correct

gebruik van fre-

quente “routines”

en patronen die

horen bij voor-

spelbare situaties.

De woordvolg-

orde is over het

algemeen correct.

Schrijft kortere

zinnen correct.

Langere, samen-

gestelde zinnen

ontsporen vaak.

De vorm van

werkwoorden is

over het alge-

meen correct.