Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  30 / 50 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 30 / 50 Next Page
Page Background

30

TOELICHTING BIJ DE BEOORDELING

Tijdens de opleiding ontwikkelt de leerling zijn competenties. Daarin moet wel vooruitgang te zien

zijn. De competenties moeten uiteindelijk voldoen aan de eisen van het eindniveau van de opleiding.

In het kwalificatiedossier staan deze vermeld.

De leerling krijgt een beoordeling voor de beheersing van de competenties. In de beoordelingsmonitor

staat aangegeven op welke onderdelen de competenties beoordeeld gaan worden.

Er vindt beoordeling plaats op:

• Product

• Competent gedrag

De projecttaken worden in opklimmende moeilijkheid uitgevoerd.

Beoordelaars kunnen zijn:

• De vakdocenten

• De projectbegeleider

• Leden van de projectgroep

• Externe deskundigen

• De praktijkopleider

• De praktijkbegeleider

De beoordelingsmonitor

Bij elke projecttaak hoort een beoordelingsmonitor. In die monitor wordt elk in te leveren beroeps-

product gekoppeld aan een werkproces. Bij een werkproces horen een aantal competenties. Deze

staan per werkproces in de beoordelingsmonitor aangegeven. De Excel-versie van deze monitor is te

downloaden via de site:

www.consortiumbo.nl

.

In de beoordelingsmonitor staat bij elk beroepsproduct aangegeven:

• De werkvorm (individueel, projectgroep, groep (2))

• De beoordelingsvorm

• De beoordelaars (vakdocent, projectbegeleider, leden projectgroep, student, externe deskundigen

en later ook de praktijkbegeleider)

Beoordelingsinstrumenten

Er zijn verschillende methodes om de leerling te beoordelen. Dit worden beoordelingsinstrumenten

genoemd. In de beoordelingsmonitoren wordt gebruik gemaakt van de volgende 9 beoordelings-

instrumenten:

1. De beoordeling ingeleverde producten (P)

2. De kennistoets (k)

3. Het evaluatiegesprek (E)

4. Het projecttaakdossier (PD)

5. De vaardigheidstoets (v)

6. Het criteriumgericht interview (ci)

7. De presentatie: presentatie (p) en eindpresentatie (ep)

8. De 360 graden feedback (F)

9. Het functioneringsgesprek (FG)

DAG-score

Bij elke stap van de projecttaak worden de werkprocessen met bijbehorende competenties en

prestatie-indicatoren benoemd. Er wordt er ook een beoordeling van competent gedrag en beroeps-

houding gegeven.

• Welk competent gedrag is getoond tijdens de uitvoering van de projecttaak?

• Hoe was de beroepshouding volgens de competenties met de bijbehorende prestatie-indicatoren?

Beroepshouding en gedrag staan in de beoordelingsmonitor aangegeven met de DAG-score