VERPLEEGKUNDIGE - Fase 1, 2 EN 3
50
Competentie V: Met druk en tegenslag omgaan (vervolg)
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de rechtspositie van de
verpleegkundige
•
•
de veiligheidsvoorschriften/Arbo-
normen
•
•
de functiebeschrijving van de
verpleegkundige binnen de branche
•
•
de verschillende oorzaken
en gevolgen (lichamelijk en
psychosociaal) vanmoeilijk
hanteerbaar gedrag
•
•
de verschillendemethoden voor het
omgaanmet moeilijk hanteerbaar
gedrag
•
•
de agressietechnieken, o.a. het
uitgaan van een win-winsituatie
•
•
demotivatietechnieken
•
•
de conflicthanteringmethodieken
•
•
het protocol voor het melden van
agressie
•
•
de lijn naar functionarissen die je
steun kunnen bieden bij (dreigende)
uitval, burn-out
•
•
de oorzaken, verschijnselen en
gevolgen van gezondheidsklachten,
veel voorkomende ziektebeelden
of stoornissen, beperkingen en
functioneringsproblematiek van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
•
•
de lichamelijke, psychische en sociale
gevolgen van behandeling, therapie,
onderzoek of chirurgische ingreep
•
•
de gezondheidstoestand van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
•
•
de behandeling en (medicatie)
therapieën en de achtergronden
zoals het levensverhaal resp.
voorgeschiedenis van de zorgvragers
binnen je branche/BPV
•
•
algemene beginselen van
gedragswetenschappen, sociologie en
psychologie
•
•
het sociale netwerk van de zorgvrager
•
•
de theorie over de basiszorg
•
•
de theorie over bedcomplicaties
•
•
de observatie- en
signaleringstechnieken
•
•
de specifieke kenmerken van palliatief
terminale zorg
•
•
theorie rondom stervensbegeleiding
•
•
bij spanning en stress een professionele
houding aannemen
•
•
het protocol hanteren bij het melden van
agressie
•
•
collegiale ondersteuning aanvaarden bij
spanning en stress
•
•
een beroep doen op de vertrouwenspersoon
binnen je BPV
•
•
bij stress gericht blijven op je taken
•
•
bij eenmeningsverschil op basis van
afwegingen een besluit nemen en jouw
eigen grenzen bewaken
•
•
afstand nemen om stil te staan bij jouw
eigen gedrag
•
•
openstaan voor feedback van de zorgvrager
en zijnmantelzorger en/of naasten
•
•
de grenzen van jouw bekwaamheid en
bevoegdheid aangeven en daarbinnen
handelen
•
•
bij twijfel over jouw bevoegdheid en/of
bekwaamheid de handeling niet uitvoeren
en dit overleggen
•
•
jouw taken, werkzaamheden
en bevoegdheden omschrijven
(functiebeschrijving)
•
•
jouw gezondheid en veiligheid bewaken en
veiligheidsvoorschriften en Arbo-normen
toepassen
•
•
er voor zorgen dat de (fysieke) belasting
van het werk binnen de toelaatbare
proporties blijft
•
•
zorgvuldig omgaanmet onmacht of
onvermogen
•
•
een kritische houding tonen ten aanzien
van verschillende belangen en deze
onderbouwen
•
•
bij moeilijk hanteerbaar gedrag
professioneel blijven handelen
•
•
duidelijk zijn naar anderen toe over
bekwaamheden, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden
•
•
er voor zorgen dat de (fysieke) belasting
van het werk binnen de toelaatbare
proporties blijft
•
•
verpleegkundige zorg verlenen die is
afgestemd op de specifieke behoeften
van de zorgvragers binnen je branche/
BPVmet midden- en hoogcomplexe
zorgproblematiek
•
•
assertief
•
•
inlevend
•
•
...................