CZW20120023 - page 47

COMPETENTIEWIJZER
45
Competentie T: Instructies en procedures opvolgen
Werkprocessen:
1.7Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
(BP 1.5, Proeve fase 1, BP 2.1, BP 2.2, BP 2.6, BP 2.7,
Proeve fase 2, BP 3.1, BP 3.2, Proeve fase 3)
Componenten:
werken conform voorgeschreven procedures, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
Eindgedrag:
Je signaleert en onderneemt actie bij onvoorziene en crisissituaties. Deze kunnen het gevolg zijn van
gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard of grensoverschrijdend gedrag enerzijds dan wel
van problemen van somatische aard anderzijds. Je schat in de GGZ suïcidaliteit en gevaar voor derden in.
Je grijpt in bij calamiteiten en past in uitzonderlijke situaties middelen enmaatregelen toe volgens afspraken
in het verpleegplan, richtlijnen van de organisatie en wet- en regelgeving.
Je roept de hulp in van collega’s of deskundigen van andere disciplines.
Je probeert zomogelijk een crisissituatie te voorkomen.
1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden (VZ BP1.4 is facultatief voor VP)
(VZ BP 1.4, Proeve fase 1)
Componenten:
werken conform voorgeschreven procedures, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen,
instructies opvolgen
Eindgedrag:
Je ondersteunt de zorgvrager bij persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld bij eten en drinken, uitscheiding,
mobiliteit en waak- en slaapritme.
Je observeert en signaleert continu veranderingen en bewaakt hiermee de gezondheidstoestand en het
welbevinden. Je past continu risicosignalering toe om zorg te dragen voor de veiligheid van de zorgvrager.
Je rapporteert de bevindingen aan betrokken deskundigen en zet zo nodig vervolgstappen in gang.
In de KZ verzorg je ook de pasgeborene en geeft hulp bij borst- of flesvoeding.
In de VVT, GHZ en GGZ bied je in voorkomende gevallen terminale zorg en ondersteuning, en voorkomt daarbij
zoveel mogelijk (bed)complicaties en ongemakken.
Je schakelt deskundigen in als een zorgvrager is overleden. Je zorgt voor een eerste opvang van naasten.
1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit
(BP 1.2, BP 2.4, Proeve fase 2)
Componenten:
werken conform voorgeschreven procedures, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen,
werken conform veiligheidsvoorschriften
Eindgedrag:
Je voert in het kader van de individuele gezondheidszorg verpleegtechnische handelingen – waaronder
voorbehouden en risicovolle handelingen - uit in opdracht van een arts.
Je voert verpleegtechnische handelingen uit zoals beschreven in dematrix (blz. 26 e.v. Kwalificatiedossier
Mbo-Verpleegkunde) bij de toelichting op werkproces 1.3.
Je houdt rekeningmet de specifieke context van de zorgvrager.
2.2Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
(BP 3.1, BP 3.3, Proeve fase 3)
Componenten:
conform voorgeschreven procedures, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
Eindgedrag:
Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of
intervisiegroepen en door je kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten.
Je neemt deel aan onderzoeken die binnen de instelling verricht worden, gebruikt waar mogelijk
informatie uit wetenschappelijk onderzoek (Evidence Based Practice) en werkt mee aan standaard- en/of
protocolontwikkeling.
Je signaleert knelpunten of ontwikkelingen binnen de organisatie, onder andere door collega’s te bevragen en
doet voorstellen voor (beleids)wijzigingen. Je onderzoekt/checkt of deze voorstellen haalbaar zijn.
Je werkt meemet kwaliteitszorgsystemen en ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de
organisatie. Je bewaakt systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden.
1...,37,38,39,40,41,42,43,44,45,46 48,49,50,51,52,53,54
Powered by FlippingBook