![Page Background](./../common/page-substrates/page0076.png)
76
|
F-pupillen De bekerwedstrijd
Beperk je in de begeleiding vooral tot het scheppen van de ideale rand
voorwaarden. Zo staan toeschouwers rond een groot veld altijd buiten de
hekken. Ook de coach blijft dan meestal keurig buiten de krijtlijn. Maar op
halve veldjes heeft iedereen plots de neiging er binnen te stappen, omdat
op de andere helft van het grote veld (achter hen) ook wordt gespeeld. Dit
ervaren jonge spelers vaak als bedreigend, het beperkt ze in hun vrijheid.
Ze spelen dan steeds meer op de as van het halve veld en creëren
onbedoeld een smal speelveld – om maar uit de buurt van de toeschouwers
te blijven. En jij maar roepen: breed houden!
Spreek de taal van F-pupillen
Stem je woorden af op F-pupillen. Spreek niet te complex,
maar ook niet kinderachtig. Wees terughoudend met
vaktermen, maar gebruik ook geen verkleinwoorden.
Introduceer je toch jargon, doe dat dan zeer geleidelijk en
leg een term voorafgaand aan de wedstrijd eerst aan ze uit.
Zeg niet: ‘Trap de bal met je wreef.’ Zeg: ‘Trap de bal met
je veters.’
Zeg niet: ‘Kies positie.’ Zeg: ‘Loop je vrij, dan kun jij de
bal krijgen.’
Zeg niet: ‘Diep, breed, inzakken, maak een verdedigende
actie.’ Zeg: ‘Pak die bal.’
Maar vermijd: ‘Thomas! Die bal is voor jou! Jij bent sneller
dan hij, tuurlijk!’ Dat is weinig sportief naar de tegenstander
toe en komt de sfeer rond het veld niet ten goede.
Termen als ‘scherp zijn’, ‘goed coachen’, ‘je best doen’,
‘laat de koppies niet hangen’ zeggen kinderen meestal niets.
Noem de naam van de speler voor wie de tip is bedoeld en
hou het dan kort en duidelijk. ‘Thomas, schiet de bal niet
zomaar uit, neem ‘m aan en durf te dribbelen’. Je gezichts
uitdrukking en gebarentaal zijn hierbij van grote invloed. Keer
je nooit af, maak geen wegwerpgebaar. Probeer met een
grap de sfeer goed te houden. Maar roep niet ‘nattekranten
bal’ of ‘patatbenen’. Daar lachen spelers wel om – maar
voetballen er niet beter door.