Previous Page  186 / 208 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 186 / 208 Next Page
Page Background

Chapter 9

184

De nadruk van dit proefschrift ligt op calorische overvoeding en parenterale voeding. Wanneer

er sprake is van overvoeding is niet altijd duidelijk gedefinieerd; de problemen en uitdagingen

die hiermee verbonden zijn worden besproken in hoofdstuk 4. De voorkeur voor parenterale

voeding om gestelde doelen gemakkelijker te bereiken wordt onderzocht in hoofdstuk 5, ook

hier blijkt de associatie of verwachting sterker dan het klinisch bewijs. Er is dus hoogstaand

wetenschappelijk onderzoek nodig naar de timing, hoeveelheid en samenstelling van voeding

bij kritische zieke kinderen.

Om meer inzicht te krijgen in hoe we de voeding bij deze groep kinderen het beste kunnen

reguleren en toedienen hebben we een grootschalig onderzoek opgezet in samenwerking

met Leuven en Edmonton. De resultaten van deze studie, die we hebben uitgevoerd bij

1440 kinderen verspreid over drie ziekenhuizen, worden besproken in hoofdstuk 6 en 7. In

hoofdstuk 8 worden onze resultaten in perspectief geplaatst en wordt de huidige stand van

zaken beschouwd.

Hoofdstuk 2

Verschillende internationale voedingsorganisaties hebben richtlijnen uitgebracht over het

voorschrijven van voeding aan kritisch zieke kinderen. Door het tekort aan solide studies

over het effect van voeding op kritisch zieke kinderen, zijn deze richtlijnen voornamelijk

gebaseerd op de mening van experts op dit gebied, en afgeleid van studies die gedaan zijn

bij volwassenen in plaats van kinderen. De adviezen in deze richtlijnen zijn daarom niet altijd

even concreet.

Om te onderzoeken welke voedingsstrategieën er op verschillende PICUs gehanteerd worden,

hebben we een online vragenlijst verstuurd naar PICUs over de hele wereld. De vragenlijst

bestond uit twee delen. In het eerste deel werd gevraagd naar de lokale protocollen op het

gebied van voeding bij kinderen. In het tweede deel werd gevraagd om de voedingsgegevens

te noteren van alle kinderen die op één en dezelfde dag aanwezig waren in de PICU. De

vragenlijst werd ingevuld voor 156 PICUs in 52 verschillende landen en 6 continenten.

Uit de resultaten van deze vragenlijst bleek er veel variatie te zijn in de gehanteerde

voedingsstrategieën bij de verschillende PICUs. De strategieën varieerden vooral wat betreft

het bepalen van de macronutriënt- (koolhydraat, eiwit en vet) en energiebehoefte, en de

drempel voor het gebruik van parenterale voeding. Een van de weinige overeenkomsten

tussen de PICUs was de intentie om vroeg te starten met enterale voeding. Bij het vergelijken

van het eerstemet het tweede deel van de vragenlijst bleek tevens dat de werkelijke uitvoering

van de voedingsstrategieën vaak verschilt van de lokale protocollen (zoals genoemd in het

eerste deel). Deze resultaten geven aan dat er solide klinische studies nodig zijn naar voeding

bij kritisch zieke kinderen, omdat het tekort aan bewijs een duidelijke barrière vormt voor het

implementeren van de protocollen op de PICU.