16
PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG
voldoende
goed
onvoldoende
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De afgetekende beoordelingslijst van deze proeve.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
B.
Het activiteitenplan en het verslag van de
bespreking(en) van het activiteitenplan voor de
kinderen/jongeren met alle betrokkenen.
2.4
3.3
L - Q
E - Q
C.
Een proces- en een productverslag van elk van de twee
kinderen over de uitvoering van het activiteitenplan.
2.4
3.8
C
D - J - M
D.
Het evaluatieverslag van de groepsactiviteit waarin
opgenomen:
–
–
de wijze waarop de kinderen/jongeren voldoende
gestimuleerd zijn
–
–
de inzet van materialen en middelen
–
–
de uitvoering volgens plan
–
–
de samenwerking tussen betrokkenen
–
–
de tevredenheid van alle betrokkenen
–
–
de evaluatie van de begroting
–
–
de wijze waarop de coördinerende, beleidsmatige en
beheerstaken zijn verlopen.
2.4
3.8
C - L - Q
D - J - M
E.
Het plan op het gebied van werk, scholing
en vrije tijdsbesteding en een verslag van de
evaluatiemomenten. Neem hierin op een bewijs dat je
het dossier hebt bijgehouden.
2.5
3.8
C - E
D - J - M
F.
Bewijs van deelname aan:
–
–
deskundigheidsbevordering door deelname aan
scholing en training
–
–
overlegsituaties en vormen van collegiale consultatie
met feedback van collega’s
–
–
overleg en afstemming met betrokkenen en
samenwerkingspartners.
3.1
3.3
K
E - Q
G.
Beschrijving van de betekenis van de begrippen
bejegening, veiligheid en regievoering.
3.2
T
Beschrijving van het eigen handelen in overeenstemming
met de richtlijnen en mogelijke dilemma’s.
H.
Plan van aanpak voor beroepsproduct.
3.1
K
Presentatie van en feedback op het beroepsproduct.
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur
In deze proeve zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
ja
nee