KOMPAS
53
Noteer de letters die overeenkomenmet je bewijsstukken in de juiste
kolom van de beoordelingslijst. Zo weet je waarop je beoordeeld
wordt.
Maak per opdracht een persoonlijk activiteitenplan, je PAP.
Werk de vijf w’s uit:
• Wat ga je doen?
• Waar, in welke situatie?
• Wie zijn er bij betrokken?
• Wanneer?
• Welke hulpmiddelen?
Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht
A
.
• Welke leerstijltest ga je doen en wanneer?
• Doe je dit via internet of vraag je aan de begeleider om een test?
• Wanneer is het overlegmet de groep om twee andere
leerstijltesten te vinden?
• Wanneer is de bespreking over jouw leerstijl en de twee andere
leerstijlenmet je begeleider?
• Wanneer lever je de bewijzen in?
Vragen die je kunnen helpen om je planning temaken van opdracht
B
.
• Welkematerialen ga je verzamelen?
• Hoe ga je deze verzamelen en wie heb je daarbij nodig?
• Hoe ga je de collagemaken en wat heb je hiervoor nodig?
• Wanneer is de afspraak met de groep over wanneer de collages af
zijn en hoe die worden gepresenteerd?
• Wanneer is de afspraak met de groep over het maken van een
overzicht?
• Wanneer lever je de bewijzen in?
