22
WERKTUIGBOUWKUNDE
Projectbegeleider
Elke projectgroep heeft een projectbegeleider. Dat is een docent die het proces
begeleidt. Hij is aanwezig bij projectgroepbijeenkomsten. Vooral in het begin zal
hij de projectgroep begeleiden bij het vergaderen. Hij observeert je in je rol van
voorzitter, notulist, bordschrijver of deelnemer. Hij kan je aanwijzingen geven
waardoor je deze vaardigheden sneller en beter leert.
De projectbegeleider:
• ondersteunt de groep bij het steeds zelfstandiger functioneren
• leert de groep zo te werken dat de deelnemers van elkaar leren
• begeleidt je bij jouw competentieontwikkeling
• is het aanspreekpunt voor praktische vragen
Docenten
Docenten zijn beschikbaar voor ondersteuningslessen, instructiebijeenkomsten,
vaardigheidstrainingen en workshops. Dit soort activiteiten wordt wel ingeroosterd,
maar je bepaalt zelf (mede) de inhoud. De docenten werken dus vraaggestuurd. Jij
(en/of je projectgroep) bepaalt of en hoe je gebruik wilt maken van de kennis en
kunde van de docenten.
BPV-begeleider
Wanneer je een deel van je werkzaamheden op een BPV-bedrijf (stagebedrijf)
uitvoert, heb je een BPV-begeleider vanuit het ROC. Deze BPV-begeleider is een
docent van het ROC die tijdens jouw stageperiode met jou en met het bedrijf
communiceert over de voortgang van de BPV en over jouw ontwikkelingen.
Praktijkopleider
De praktijkopleider is een speciaal hiertoe opgeleid persoon in het bedrijf. Hij
begeleidt jou tijdens de stage binnen het bedrijf. Hij evalueert en beoordeelt samen
met jou en de BPV- begeleider jouw werkzaamheden en ontwikkelingen.
Speciaal voor de praktijkbegeleider is er per BPV-periode een informatieboekje
(Handreiking praktijkopleiders) beschikbaar waarin wordt uitgelegd welke opleiding
je volgt, wat je tot dat moment hebt gedaan en wat jij en jouw ROC verwachten
van de praktijkopleider.
Dit boekje kan door jouw BPV-begeleider gratis bij het Consortium worden
gedownload, geprint en aan de praktijkopleider worden overhandigd.
Anderen
Naast bovengenoemde begeleiders kun je ook te maken krijgen met andere,
externe vormen van begeleiding/ondersteuning. Denk hierbij aan een instructeur
van een bedrijf, docenten van een andere beroepsrichting, een vakspecialist uit het
bedrijfsleven enz.