5
INDIVIDUELE DIDACTISCHE BEGELEIDING
Typering
Iedere leerling is uniek. Persoonlijke eigenschappen, leerbehoeften en leerstijlen verschillen.
Echter, de inhoudelijke lessen op school zijn in veel gevallen hetzelfde. Dit hangt samen met het
Nederlandse leerstofjaarklassensysteem. Desondanks stelt iedere school de individuele leerling
centraal. Eenheid in verscheidenheid. Hoe combineer je die twee gegevens nu? Allemaal dezelfde
les en rekening houden met de onderlinge verschillen tussen leerlingen. De overheid noemt dat:
Passend onderwijs
.
Hierbij is jouw inbreng als onderwijsassistent belangrijk. Je signaleert welke behoefte iedere
leerling heeft en wat dit voor jouw didactische begeleiding betekent. Hoe geef je individuele
begeleiding vorm in de lessen en wat is daarin jouw specifieke rol? Om dit van tevoren goed in
kaart te brengen, maak je onder meer gebruik van een didactisch analysemodel (DA-model).
Je stelt vast wat de beginsituatie van iedere leerling is en wat je vanuit deze beginsituatie in
de les wilt bereiken (het doel) en binnen welke tijd. Vervolgens leg je vast welke werkvormen
het meest geschikt zijn en welke materialen en middelen je hiervoor nodig hebt. Je doet dit in
overleg met je praktijkbegeleider en de leerkracht van de leerling.
Voorbeeld BO:
Meester Bart heeft drie grote taarten meegenomen in de klas, groep 6 van de basisschool
‘Op Weg’. Samen met de klas bekijkt hij hoe hij deze taarten over de klas kan verdelen.
Hij tovert een grote taart op de SMART-board naar voren. Na geoefend te hebben met
paar verschillende taarten en verschillende aantallen kinderen, komen de echte taarten
tevoorschijn. De taarten worden eerlijk verdeeld onder de leerlingen.
Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
1.2
Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen
L
Materialen en middelen inzetten
voor
T
Instructies en procedures opvolgen
1.3
Assisteert bij de uitvoering van
A
Beslissen en activiteiten initiëren
programmaonderdelen
B
Aansturen
K
Vakdeskundigheid toepassen
L
Materialen en middelen inzetten
T
Instructies en procedures opvolgen
2.1
Voert werkzaamheden uit t.b.v. het primaire
L
Materialen en middelen inzetten
proces
S
Kwaliteit leveren