![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0213.png)
D-pupillen
|
211
Negen minuten voor aanvang van de wedstrijd doen tien spelers twee
rondo’s. De ouders van Isak, Luuk, Jason, Jomme en Sirius lijken het sport-
terrein niet te kunnen vinden. Paul is kalm. Hij spiedt naar de tegenpartij
aan de andere kant van het veld. Die snelle Surinaamse speler en nog
zo’n dribbelaar van de vorige keer zijn er niet bij. Mooi zo, dat scheelt weer.
‘Hoi, Paul.’
Daar komt Luuk aangeslenterd. Handen verborgen in lange mouwen,
de veters hangen los. Dat is in ieder geval weer één verdediger erbij, zo
prijst Paul zich gelukkig. Hij bukt, strikt de veters van de jongen en
spreekt op hem in.
‘Luuk, jij gaat er meteen de eerste tien minuten in.’
‘Ik heb een wond aan de teen van mijn schietvoet.’
‘Kun je wel spelen?’
‘Jawel, hoor.’
Samen met Luuk werpt hij nog eens een blik op de tegenstander.
‘Weet je nog de vorige keer tegen Aalsmeer? Die twee snelle aanvallers
van toen zijn er nu niet bij. Die waren geleend, dat dacht ik toen al.’
‘Okay, Paul.’
Het onderonsje wordt verstoord door hard geruis uit de luidsprekers bo-
ven het clubhuis. Queens ‘We Are The Champions’ boort zich in Pauls
oren. De thuisploeg kan kampioen worden vanochtend, zoveel is hem
duidelijk. Alleen zijn D4 kan dat feestje nog verstoren. Gelukkig komt nu
ook Isak het veld op gehold – Pauls sterke verdediging is compleet. Een
pak van zijn hart. Ook Jason druppelt binnen, op zijn dooie gemak. Met
de handen in de zij geniet hij van een groot, glinsterend vliegtuig boven
het veld, zojuist opgestegen van Schiphol.
‘Je bent wel een beetje laat hè, gezien het feit dat we over vijf minuten
beginnen.’
‘Mm? Ja.’
Paul telt dertien man nu.
Alleen de twee belangrijkste aanvallers ontbreken nog.