![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0211.jpg)
D-pupillen
|
209
Teamtaak D-pupillen (2): omschakelen
Wat is omschakelen?
D-pupillen leren dat ze na balverlies
snel weer moeten meedoen om een tegenaanval te voor
komen. Na verovering van de bal moeten ze snel een aanval
zien op te bouwen en tegelijk de bal in het team zien te
houden;
Welke voetbalhandelingen horen daarbij?
Bij balverlies
stappen D-pupillen snel over het ‘treurmoment’ heen.
Spelers dichtbij de bal blijven nuttig, zetten direct druk op
de speler met bal, anticiperen op een lange bal. De rest van
het team komt snel in positie. Na verovering van de bal kijkt
iedereen of er direct een kans is te creëren door de bal snel
diep te spelen – of toch balbezit te houden en te komen tot
een goede opbouw.
Teamtaak D-pupillen (3): VERDEDIGEN
Wat is verdedigen?
Alle D-pupillen op het veld leveren een
bijdrage aan het voorkomen van doelpunten. Ze werken ook
daarin samen. Ze maken met elkaar de ruimte klein, in de
lengte en breedte van het veld. Ze houden onderlinge afstan
den klein en schieten elkaar te hulp. Ze proberen druk op de
speler met de bal te krijgen en te houden. Ze dekken kort, in
de buurt van de bal. Ze handelen binnen de spelregels;
Welke voetbalhandelingen horen daarbij?
D-pupillen
schatten het handelen van tegenstander en medespeler beter
in. Ze bewegen zich bij het verdedigen naar de bal toe
(pressen), naar het eigen doel toe (inzakken) of van de
zijkanten af (knijpen). Ze houden druk op de tegenstander,
dekken scherp in de omgeving van de bal, geven rug- en
ruimtedekking verder van de bal af – en hebben daarbij geen
overtredingen nodig. De tackle, de sliding, het blokkeren, het
koppen en het jagen staan centraal. Het gaat erom die
handelingen vanuit de juiste positie, op het juiste moment, in
de juiste richting en met de juiste snelheid uit te voeren.
D-pupillen stemmen die handelingen onderling goed af.