204 / 290
204
|
D-pupillen De zaterdagwedstrijd
Wedstrijd lezen
De zaterdagwedstrijd: hier gaat het allemaal om. Goed dat spelers ook
trainen, denk je als coach, maar hier moet alles bij elkaar komen. Hier
wordt naar gekeken. Het meetpunt. Hoe staan team en spelers ervoor,
welke progressie is gemaakt? Wat beheersen ze al wel, wat nog niet?
Bij alles wat ze nog niet beheersen, zet jij een keel op. Twee keer
30 minutenlang. Of observeer je eerst een tijdje in stilte?
‘Lees’ de wedstrijd. Noteer – in je hoofd of op papier – zaken die je
opvallen in het aanvallen en verdedigen. Stel jezelf daarbij steeds vragen.
Wat zie ik? Niet: wat denk of voel ik naar aanleiding van de snelle 2-0
achterstand. Niet: we zijn de wedstrijd te slap begonnen, we hebben ze
onderschat. Wel: de middenvelders geven te weinig druk op de bal waar
door de tegenpartij de bal in de ruimte kan spelen op hun snelle spits die
twee keer knapt scoort. Bedenk je hierbij welke accenten vorige week
zaterdag en op de trainingen aan de orde kwamen. Wat willen we
bereiken? Waarom lukt dit vooralsnog niet?
Hoewel jouw spelers nu hartstochtelijk bezig lijken te zijn met winnen of
overleven, mag het jou daar nooit om gaan. Vergeet tussenstand, stand op
de ranglijst en ‘witte zakdoekjes’ van ouders. Jij bent erop gericht dat
spelers vanuit hun basistaak beter gaan functioneren. Laat ze daarbij zelf
ervaren of hun keuze het gewenste resultaat heeft. Geef ze complimenten
voor initiatieven, niet alleen voor de eventuele resultaten ervan. Geef ze tips
hoe zaken anders kunnen. Dat winnen komt dan vanzelf.
Jouw centrale opdracht is, in alle onvoorspelbare situaties die zich deze
zaterdagochtend voor jouw ogen ontwikkelen, spelers te stimuleren om
initiatief te nemen in het aanvallen, het verdedigen en het omschakelen.